Duitsland 1991. Documentaire van Hans-Erich Viet. Met o.a. Katharina Wilken, Hiebe Klinkenborg, Jan Veenhuis, Claas Steenblock en Helmut Schoormann.

VPRO Cinema

Filmmaker Viet is afkomstig uit Ostfriesland, niet ver van de grens met Nederland. Zijn overgrootouders en grootouders waren eenvoudige landarbeiders in dienst van welvarende herenboeren, die het uitpolderen van hun Hollandse buren geleerd hadden. In de beginjaren 1950 draaide een amateur een soort documentaire over het landleven dat door de mechanisatie drastig aan het veranderen was. Ouderen raakten werkloos, jongeren trokken weg of vonden werk bij de VW fabriek in Emden. Viet spoorde de amateurfilm op (hij vond hem in de Harz) en verwerkte hem voor het contrast in zijn eigen documentaire, die gekenmerkt wordt door het speurwerk naar oude zeden en gebruiken, verdwenen beroepen en overlevenden die smakelijk herinneringen ophalen (vandaar de titel). Voor kijkers ter plekke in deze noordwestelijke uithoek van Duitsland gefundenes Fressen, maar voor de rest van het land, inclusief het buitenland, hooguit boeiend als het je echt interesseert. De ge[KA3]interviewden spreken Platt (een dialect dat op het Gronings lijkt), dat lang niet iedereen zal verstaan. Voor de Nederlanders die het nog niet wisten: Groningen en Friesland, heet bij hen Westfriesland, terwijl bij ons West-Friesland een deel van Noord-Holland is. Leve de topografie! Opgenomen in de serie Das kleine Fernsehspiel in de reeks Deutschland skurril. Het scenario is van regisseur Viet. Het camerawerk is van Peter van der Reek.