Voor festivaldirecteur Bero Beyer (48) zijn films die vragen stellen veel interessanter dan films die antwoorden geven. ‘Want goede vragen uit films worden onderdeel van je leven.’

Regisseurs hebben bij nieuwe films vaak een ‘director’s statement’, wat is uw directeurs statement bij IFFR 2019?
Bero Beyer: ‘Er schuilt groot genoegen in het feit dat IFFR ieder jaar weer een enorm publiek weet te bereiken. Voor ons het bewijs dat de brug tussen auteurscinema en publiek zo gelegd is. Want een goede film is gewoon een goede film. Als iets je aanspreekt als volwassene, je uitdaagt, en je de ruimte biedt je eigen conclusies te trekken, dan is dat een goede film. Die wil je zien.’

En het verwijt dat er in Rotterdam alleen maar moeilijke films draaien?
‘Dat heeft wel aan ons gekleefd, maar begint gelukkig weg te gaan. Vroeger was het vaak: “O, dat is weer zo’n lekkende-kraanfilm uit Rotterdam.” Dan hebben we dus iets verkeerd gedaan. Begrijp me goed, een lekkende-kraanfilm kan briljant zijn, maar ook pretentieuze troep. En zelfs als het pretentieuze troep is kan het nog goed zijn om zo’n film te vertonen, omdat het publiek dan kan constateren dat die keizer helemaal geen kleren aan heeft. Maar er moet wel altijd een connectie met het publiek zijn. Want als we die connectie verliezen en ons in onze eigen bubbel terugtrekken, dan maken we de filmwereld stuk. Dan maken we hem alleen maar kleiner. Wij willen mensen brengen naar plekken waar ze nog nooit geweest zijn. En soms moet je even langs de afgrond lopen om te ervaren hoe mooi een bergtop is.’

Maar hoe voorkom je dat het publiek je dan wegzet als arty farty?
‘Om te beginnen door niet mee te gaan in dat soort kwalificaties. Ik zal nooit iets zeggen als moeilijke, kwetsbare of fragiele film. Dat is allemaal onzin. Net als grote en kleine film. Is Girl een kleine film, of The Guilty? Moonlight had een budget van anderhalf miljoen dollar, maar was bepaald geen kleine film. De impact was groot en daar gaat het om. Of neem Cuarón, die besluit om een film te maken over zijn nanny in Mexico in de jaren zeventig. In zwart-wit! En dat [Roma, GB] wordt de grootste film van het jaar. Denken in hokjes zit heel erg bij Nederlanders ingebakken. Grote sterren en rode lopers worden afgezet tegen de niche van de auteurscinema. Nergens voor nodig. Hoe beter het ons lukt om duidelijk te maken dat je om te genieten vooral goede films nodig hebt, hoe beter wij als festival zijn.’

Is het nog belangrijk welk verhaal zo’n goede film vertelt?
‘Natuurlijk is het bij een onderdeel als Soul in the Eye, over de films van zwarte, Braziliaanse makers, voor ons belangrijk om die films juist nu te laten zien. Want er is een goede kans dat nu Bolsonaro daar aan de macht is gekomen, de subsidies worden stopgezet en zij weer worden weggemoffeld.’

Kiest u films dan op basis van politieke standpunten?
‘Ik snap je vraag, maar het antwoord is nee. Die Braziliaanse films zijn prachtig als zichzelf, dat zijn geen politieke pamfletten. Want wat moet ik met een pamflet? Dat is jouw standpunt, geef me liever de ruimte het mijne te bepalen. Als een film een vraag goed weet te formuleren vind ik dat honderd keer interessanter dan wanneer een film me ook het antwoord aanreikt. In mijn openingsspeech twee jaar geleden had ik het over The Hitchhiker’s Guide to the Galaxy…’

42.
‘Juist, 42. Dat was volgens die film het antwoord op de ultieme vraag over het leven, het universum, en alles. Wat maar weer bewijst dat je niks hebt aan alleen een antwoord. Veel belangrijker is het om de vraag goed te formuleren. Want goede vragen uit films worden onderdeel van je leven. Zo’n vraag draag je met je mee. Daar praat je nog jaren met je vrienden over.’

De films in Rotterdam komen weer uit de hele wereld. Wat me deed denken aan iets wat actrice Olivia Colman me onlangs zei over The Favourite. In die kostuumfilm spreken de personages gewoon in modern Engels, waardoor ze veel dichterbij komen. We gaan ze zien als mensen zoals wij zelf, maar dan in andere kostuums. Films uit de hele wereld laten ook zien dat mensen in een ander kostuum, met een andere huidskleur of cultuur, net zo zijn als wij. Dat is voor mij de kracht van Rotterdam.
‘Helemaal dat! Noem me een hippie, maar zoiets verbindt en leidt tot saamhorigheid, wat veel beter is dan polarisatie.’

Meer IFFR 2019