In het themaprogramma A History of Shadows aandacht voor de rol die films spelen in het herevalueren van het verleden. Wat blijkt: de films zeggen net zoveel – en misschien nog wel meer – over de tijd waarin ze zijn gemaakt, als over het tijdperk dat ze behandelen.

Fascisme, kolonialisme, apartheid, communisme: alle grote verhalen van de recente geschiedenis passeren de revue in A History of Shadows. De vorm waarin de thema’s behandeld worden loopt sterk uiteen: van Koreaanse blockbusters tot gortdroge Britse satire, van magisch-realistische arthouse tot experimentele essays en videoinstallaties. En ook de manier waarop de films naar de geschiedenis kijken is divers. De Amerikaanse documentaire Did You Wonder Who Fired the Gun?, bijvoorbeeld, verhaalt over de racistische overgrootvader van de filmmaker, die in 1946 in Alabama een zwarte man vermoordde. Het Italiaans-Spaanse Les unwanted de Europa zoomt in op een pad in de Pyreneeën dat in de 20ste eeuw talloze groepen vluchtelingen vervoerde, van Catalanen op de vlucht voor Franco tot joden en communisten die aan de nazi’s wisten te ontsnappen. En misschien wel de vreemdste eend in de bijt: een heuse aflevering van de Duitse krimi-serie Tatort over de RAF, getiteld Der rote Schatten (De rode schaduw).

A History of Shadows is, kortom, een zeer divers programma. Maar vrijwel alle films hebben één ding met elkaar gemeen: ze zeggen net zoveel – en misschien nog wel meer – over de tijd waarin ze zijn gemaakt, als over het tijdperk dat ze behandelen. Iets wat eigenlijk geldt voor elke historische film. Niets voor niets zei de Britse cineast Ken Loach (The Wind That Shakes the Barley) ooit: ‘De enige reden om films te maken die een reflectie zijn van onze geschiedenis, is om het over het heden te hebben.’

De filmgeschiedenis staat bol van voorbeelden die de uitspraak van Loach ondersteunen. Sergei Eisensteins historische meesterwerk Alexander Nevsky (1938) bijvoorbeeld: een opzwepend epos over dappere Russen die in 1242 vochten tegen de Duitse Orde, ging in werkelijkheid over de oplopende spanningen tussen de Sovjet-Unie en nazi-Duitsland. Overigens werd de film na het sluiten van het Molotov-Ribbentroppact direct de bioscoop uitgehaald, om vervolgens, o ironie, na de Duitse inval in 1941 weer in volle glorie terug te keren. En dit jaar nog stonden de Britse kranten vol met columns en analyses waarin Christopher Nolans wo II-film Dunkirk in het perspectief van Brexit werd geplaatst.

De stille Amerikaan

Maar misschien wel de meest fascinerende en treffende voorbeelden uit de cinema zijn de twee verfilmingen die werden gemaakt van Graham Greene’s The Quiet American, de beroemde roman uit 1955 over een undercover CIA-agent die gelooft dat Vietnam met Amerikaanse hulp kan worden ‘bevrijd’ van kolonialisme en communisme. Om dat doel te bereiken pleegt hij vervolgens een aanslag op onschuldige burgers. Het boek was een duidelijke aanklacht tegen Amerikaanse inmenging, maar werd drie jaar later in Hollywood verfilmd als een anti-communistische propagandafilm: het titelpersonage was door regisseur-scenarist Joseph L. Mankiewicz herschreven als een onschuldige Amerikaanse econoom die het beste met Vietnam voorheeft. Tot woede van Greene uiteraard.

Eerherstel kwam er begin 21ste eeuw met een nieuwe verfilming door Australiër Phillip Noyce, die wel trouw bleef aan het boek. Maar ook ditmaal werd The Quiet American beïnvloed door het politieke klimaat. Studio Miramax vertoonde de film op 10 september 2001 aan een testpubliek, dat zeer enthousiast reageerde. Maar een dag later boorden twee vliegtuigen zich in de Twin Towers, waarna nieuw testpubliek de film als ‘onpatriottisch’ brandmerkte. De release werd maar liefst een jaar uitgesteld.

De dood van Stalin

Evenveel lagen van interpretatie, herevaluatie en kritiek zijn ook te vinden in de grootste titel uit het A History of Shadows-programma: de Britse satire The Death of Stalin van Armando Iannucci (The Thick of It, Veep), waarin een Engelstalige sterrencast de bizarre machtsstrijd na de dood van de Sovjet-dictator naspeelt.

Westerse recensenten waren tot op heden lyrisch over de komedie, maar politici in Rusland waren naar verluidt not amused: het ministerie van Cultuur overwoog zelfs om de film te verbieden, omdat het een ‘Westers plot om de Russische maatschappij te destabiliseren’ zou zijn. Later kondigde Iannucci  aan dat hij desondanks een Russische distributeur had gevonden, maar op 23 januari liet de Russische overheid weten dat het de film verbiedt. 

The Death of Stalin roept talloze vragen op voor historici, filmwetenschappers en critici. Zoals: hoe had The Death of Stalin eruit gezien als het voor de annexatie van de Krim was gemaakt? En was de film er dan überhaupt wel gekomen? Iannucci heeft in interviews vooral verbanden gelegd tussen zijn film en Trump, en niet met de huidige politieke situatie in Rusland. Al vertelde hij aan de Britse komediewebsite Chortle wel de volgende anekdote: de begrafenisscène uit The Death of Stalin werd gefilmd in Oekraïne, waar hij van de plaatselijke productiemaatschappij een T-shirt ontving. De opdruk las: ‘Fuck Putin. Film in Ukraine.’