Bloody Sunday zou de 30ste januari in Noord-Ierland vanaf 1972 gaan heten. Naar de mars in Derry waarbij veertien demonstranten het leven lieten. Regisseur Paul Greengrass maakte - op basis van honderden getuigenverslagen - een reconstructie van Bloody Sunday. En volgens Ivan Cooper, mede-organisator van de mars en centrale figuur in Bloody Sunday, klopt Greensgrass' versie heel aardig.

Zondag 30 januari 1972 is, afhankelijk van uw politieke voorkeur, de dag waarop 1: Engelse paratroopers in het Noord-Ierse Londonderry met scherp terugschoten toen ze onder vuur werden genomen door de IRA, of 2: de dag waarop Engelse paratroopers het vuur openden op een ongewapende menigte demonstranten, tijdens een vreedzame mars door het Noord-Ierse Derry. Welke van de twee standpunten u ook aanhangt, feit is dat op die bewuste Bloody Sunday 27 demonstranten werden neergeschoten, van wie er 13 nog dezelfde dag overleden en nummer 14 later aan zijn verwondingen bezweek. Geen van de Engelse soldaten raakte gewond.

Hoewel na dertig jaar onmogelijk is te achterhalen wat er toen precies gebeurde, deed regisseur Paul Greengrass met de film Bloody Sunday (2002) een verwoede en overtuigende poging. In de vorm van een docudrama - met veel schokkerige beelden en een duizelingwekkende montage - reconstrueert hij de gebeurtenissen op die 30ste januari. Vanaf het eerste ochtendgloren, wanneer de spanning over de verboden mars bij de verschillende partijen al voelbaar is, tot middernacht, als het droeve totaal van het aantal slachtoffers wordt bekendgemaakt tijdens een rommelige en emotionele persconferentie door de organisatoren van de mars.

Een van de organisatoren en de centrale figuur in Bloody Sunday is Ivan Cooper. Om de film, die hem na aan het hart ligt, te promoten, reisde de hij vorig jaar van festival naar festival. Ik sprak hem in Gent en informeerde of hij die nacht na de persconferentie überhaupt heeft kunnen slapen.

Cooper: 'Hoewel de film suggereert dat ik in totale ontreddering werd afgevoerd, heb ik in werkelijkheid nog de hele nacht met mijn mensen gesproken. Ik wilde niet slapen, en de hele stad was zo van slag dat níemand kon slapen. De volgende ochtend ging ik naar Londen om verslag uit te brengen van wat er gebeurd was. Ik sprak met politici en de pers, en kreeg al snel door wat het officiële standpunt van de Britten zou worden. Dat de schietpartij uitgelokt was en het optreden van het Engelse leger daarom gerechtvaardigd. Ongelooflijk, wat een leugens. Verslagen ging ik terug naar Derry. In totaal heb ik, ook vanwege alle begrafenissen, drie dagen lang niet geslapen.'

Hebben de mensen in Derry u verantwoordelijk gehouden voor de tragedie?
(diepe zucht). 'Nooit, maar ik zelf wel. Nadat eindelijk de film van die dag stopte zich in mijn hoofd af te spelen, kon ik beginnen te analyseren wat er die dag gebeurd was. Maar hoe ik het ook bekeek, feit bleef dat ik een mars georganiseerd had als gevolg waarvan 14 mensen de dood vonden. Ik heb dertig jaar lang niet meer in een mars gelopen.'

Had u genoeg van de politiek?
'Ik had genoeg van marsen. Er is elk jaar een Bloody Sunday- mars in Noord-Ierland. En al vroegen ze mij iedere keer, ik ben nooit gegaan. Er zijn jaarlijks wel 3000 marsen in Noord-Ierland. Zonder mij. Ze verheerlijken de slachtoffers, omdat die hun leven gaven voor Ierland. Maar ik wil mijn leven niet geven. Mijn zweet kunnen ze krijgen en alle energie die ik heb, maar niet mijn leven. Ik heb me heel lang schuldig gevoeld over wat er toen gebeurde en wilde ook geen familieleden van de slachtoffers ontmoeten. De weduwe van Barney McGuigan, die bij mij werkte in de hemdenfabriek in Derry, heb ik nog steeds niet gesproken. Pas in 1998 sprak ik met de zussen van Jack Duddy. Ze konden zich niet herinneren waar ze de paar uur na de schietpartij waren geweest. Ik wist dat nog wel. Ze waren in het ziekenhuis, ze hadden zich aan mij vastgeklampt.'

Heeft u naderhand psychische hulp gekregen?
(zachtjes ) 'Nee. Ik ben overeind gebleven, maar die dag heeft schade aangericht die je nooit meer te boven komt. Ik heb er jaren mee geworsteld, en ben door allerlei gevoelens gegaan, maar ik ben mijn geloof niet verloren en ook niet mijn vertrouwen in het geweldloos oplossen van het Noord-Ierse conflict. Kijk naar Israël. Ik hoop dat de film daar ook gedraaid wordt, want er zijn veel paralellen te trekken. Ik kan maar niet geloven hoe ze daar te werk gaan. Hoe meer doden er vallen, hoe onoplosbaarder het probleem wordt.'

Hoe is het om op de diverse filmfestivals telkens maar weer die ene dag te beleven?
' Ik zie de film niet graag, vooral die scène in het ziekenhuis niet, want dan komt alles weer boven. En dan heeft de regisseur niet eens laten zien dat ik daar ook drie lichamen moest identificeren, die als varkens in een legertent waren gedumpt.'

Is de film een goede advocaat van de waarheid?
' Natuurlijk zijn er zaken voor de film aangepast. Zo zou ik nooit op de ochtend van een mars een vrouw gekust hebben. Daar staat je hoofd helemaal niet naar. Maar alle gebeurtenissen die leidden tot de fatale schietpartij zijn heel goed geresearcht (Greengrass baseerde zich op honderden getuigenverklaringen - GB) en feitelijk juist. Het is een heel indrukwekkende, integere film.'

En wat vind u van James Nesbitt, de losbol uit de tv-serie Cold Feet, die u in de film speelt?
'Jimmy is een groot mens en een geweldig acteur, maar niet zo'n goede redenaar. Het is een kunst een menigte te boeien en daar heb ik hem nog wat mee kunnen helpen. Jimmy is in Noord-Ierland geboren, en net als ik protestants. En al woonde hij er dertig kilometer vandaan, hij was nog nooit in Derry geweest. Om hem met de stad bekend te maken nam ik hem mee naar de pubs. Daar wist hij al snel vrienden te maken. Jimmy is een party animal en is nog heel vaak, ook zonder mij, naar de pubs in Derry geweest. Zo begon hij te begrijpen hoe de bewoners van Derry inelkaar steken. Ze verschillen namelijk hemelsbreed van de mensen uit Belfast, die het sektarisme met de paplepel hebben ingegoten gekregen. Bij ons werkte vroeger zo'n beetje iedereen, katholiek en protestant, in de hemdenindustrie. Onderling heerste veel saamhorigheid.'

Tot Bloody Sunday wellicht.
'Na Bloody Sunday kon de IRA zijn aanwezigheid in Derry enorm opvoeren. Daarvoor hadden ze slechts een handvol vrijwilligers. Later honderden. Zelfs het stadsbestuur ondersteunde ze. Mensen kwamen op mij af en sisten: "Fuck your non-violence." Ze zagen maar één manier om de problemen op te lossen, en dat was zoals de problemen in Ierland altijd opgelost werden: the gun. Maar geweld is geen oplossing, zoals de IRA in de jaren daarna heeft kunnen vaststellen. Meer dan 3600 doden zijn sinds Bloody Sunday gevallen en de grootste gruwelijkheden werden begaan, door zowel de IRA als de Unionists.'

Sinds 1998 is een commissie onder leiding van Lord Saville bezig de gebeurtenissen in Derry te onderzoeken. Denkt u dat zij de waarheid boven tafel krijgen?
'Vlak na Bloody Sunday werd al eens eerder een officieel onderzoek ingesteld, onder leiding van Lord Widgery. In drie weken tijd werd dat onderzoek afgeraffeld en concludeerde men dat het Engelse leger niets te verwijten was. Het is uniek dat er in 1998 een tweede onderzoek kwam, wat wel aangeeft dat zelfs de Engelsen de conclusies van Lord Widgery niet meer onderschrijven. Het Saville-onderzoek, dat vermoedelijk pas in 2004 wordt afgerond, zal zeker andere conclusies trekken. Je moet weten dat ze elk woord lezen dat over Bloody Sunday wordt gezegd en geschreven. Ook dit interview wordt gelezen en ik zal dan gevraagd worden commentaar te geven op wat jij hebt opgeschreven.'