Regisseur, scenarioschrijver en acteur James Toback is het onderwerp van The Outsider van Nicholas Jarecki, die hem volgt bij het maken van de film When Will I Be Loved. Leven en werk van Toback komen in de film aan de orde in interviews met onder anderen Woody Allen, Harvey Keitel, Mike Tyson, Neve Campbell, Norman Mailer en Robert Downey Jr. Jarecki schreef ook het boek Breaking in: How 20 Movie Directors Got Their First Start.
Waarom moet iedereen tijdens het IDFA uw film gaan zien?'Het is een
verkenning van het artistieke proces en van wat een creatief iemand doormaakt om
zijn werk de wereld in te krijgen. Dat klinkt misschien saai, maar de film
volgt James Toback, één van de meest controversiële figuren uit de filmwereld,
een dwangmatige gokker, vrouwenversierder, een man die in het verleden twee
flessen champagne per dag dronk en vijf pakjes sigaretten per dag rookte. Een
briljante, op Harvard afgestudeerde man die ooit een LSD-trip van negen dagen
meemaakte en geestelijk misschien nooit helemaal hersteld is. Hij is al dertig
jaar één van de meest compromisloze stemmen in de film, maker van geweldige
films als The Gambler en Bugsy, en van een paar minder geweldige. Ik heb hem
gevolgd toen hij een film in twaalf dagen draaide, zonder script, waarbij hij de
acteurs veel liet improviseren. Een krankzinnig proces. Ik heb geprobeerd te
vangen hoe hij in elkaar zit en hoe de wereld op hem reageert. Dus iedereen die
van films houdt en erin geïnteresseerd is hoe ze tot stand komen, moet deze film
gaan zien.'
Wat wilt u per se gaan zien op het IDFA, of wat is het
mooiste dat u al gezien heeft?'The Devil and Daniel Johnston wil ik graag zien.
Een vriend van mij maakte een gelijksoortige documentaire, Derailroaded, over
Wild Man Fischer. Ik hou van het idee van de gekke kunstenaar, een man die niet
helemaal spoort met de rest van de wereld. De wildeman, even gek als geniaal.
George Bernard Shaw schreef eens dat de redelijke mens zich aanpast aan de
wereld, en de onredelijke mens probeert de wereld zich aan te laten passen aan
hem. En alle vooruitgang komt daardoor van de onredelijke mens. Ik hou wel van
verhalen over onredelijke mensen. Sex Slaves wil ik ook zien, die lijkt me
fascinerend.'
Wie zijn uw helden of voorbeelden?'Iedereen die
in James Tobacks wereld figureert. Billy Friedkin, Martin Scorsese, Paul
Schrader, Francis Ford Coppola, recenter Wes Anderson, Paul Thomas Anderson.
Stephen Gaghan is een groot nieuw talent, schrijver van Traffic en regisseur van
Syriana. Ik hou van de wat extremere filmmakers, Quentin Tarantino ook
bijvoorbeeld. En Richard Kelly van Donnie Darko. Mensen die extreme verhalen
vertellen, van de rand van de samenleving.'
Wat wordt uw volgende
project?'Ik ga in het voorjaar beginnen aan The Informers, dat ik samen heb
geschreven met Brett Easton Ellis, gebaseerd op zijn roman uit 1994. Het is een
verhaal met veel personages, in de stijl van Boogie Nights, Short Cuts en Crash
. Het gaat over een groep welgestelde inwoners van Los Angeles in 1983,
studiobazen, cocaïnedealers, rocksterren, vampieren, jonge beleggers en een
kidnapper. Het speelt in de consumptiemaatschappij van de jaren tachtig. Wat
documentaires betreft zou ik een film willen maken over de 'war on drugs' in
Amerika, die volgens mij een grote mislukking is.'
Over vijf, tien jaar
tijd, maakt u uw films dan voor televisie, de bioscoop of internet?'Alle drie.
Ik ben erg onder de indruk van Media Center van Microsoft, waarmee je je
computer kunt aansluiten op je tv en waarmee je online beelden in hoge kwaliteit
kunt bekijken. Ik heb op die manier toegang tot tienduizenden films. Je kunt nu
thuis heel goed films bekijken, met home cinema-systemen die heel betaalbaar
zijn. Toch vind ik dat de bioscoopervaring niet nagebootst kan worden. Het is
een gedeelde ervaring, en nog altijd de beste manier om een film te zien. Het is
belangrijk dat dat blijft bestaan. Ik denk ook niet dat het gauw weg gaat.'