Het doodschieten van president Bush zorgde vorig jaar voor opschudding op het filmfestival van Toronto. De film Death of a President is fictie, vertelt regisseur Gabriel Range.

Het is 17 oktober 2007, president George W. Bush heeft net een toespraak gehouden in Chicago. Op het moment dat hij het hotel verlaat wordt hij neergeschoten. Voor onze ogen zakt hij in elkaar. Even later wordt bekendgemaakt dat George Walker Bush, de 43ste president van de Verenigde Staten, is overleden.

De schietpartij zit ergens rond de 30ste minuut van de 'fake documentary' Death of a President van de Brit Gabriel Range. Het doodschieten van Bush zorgde voor nogal wat opschudding toen de film vorig jaar op het festival van Toronto in première ging. Of eigenlijk al eerder. Want nog voordat iemand de film had kunnen zien sprak de goegemeente er schande van. Hillary Clinton vond de film 'ziek' en 'verachtelijk'. Acteurs die een president spelen mogen ontvoerd, geslagen of vermoord worden, maar van de echte blijf je af.

Als mevrouw Clinton de moeite had genomen de film eerst te bekijken, had ze haar woorden snel ingeslikt. Death of a President (beter bekend onder het acronym D. O.A.P, waarachter de film lange tijd schuil ging) is helemaal geen oproep om Bush te vermoorden, en ook geen film die zich in beeld verlustigt aan het vermoorden van een zittende president. 'Sterker nog,' zegt de regisseur als wij hem tijden het filmfestival in Rotterdam spreken: 'nadat de film uitkwam vonden sommige recensenten juist dat ik te aardig voor Bush was geweest.'

Dat betekende overigens nog niet dat de argwaan van veel mensen werd weggenomen. Grote bioscoopketens als Loewe weigerden de film te vertonen, en op CNN kon de trailer voor de film niet worden uitgezonden.

'Ik wist wel dat de film controversieel zou worden,' bekent Range, 'want in sommige kringen heeft het presidentschap een religieuze, bijna heilige betekenis. Er waren een heleboel mensen die geen fan waren van Bush, zoals Hillary Clinton, die toch grote moeite hadden met het feit dat de Amerikaanse president voor hun ogen werd neergeschoten. Maar een democratie moet sterk genoeg zijn om dergelijke kritiek op de machthebbers te kunnen verdragen.'

En kritiek op het beleid van Bush zit wel degelijk in D.O.A.P, al is die niet altijd even nadrukkelijk. In het begin lijkt de film zelfs bijna pro-Bush. Range maakte zijn film als een documentaire waarin wordt teruggekeken op de moord, en op de zoektocht naar de dader die erop volgde. Archiefmateriaal wordt afgewisseld met 'pratende hoofden .'

En zo horen we een speechschrijfster, beveiligingsman, en de tot president gepromoveerde Dick Cheney allemaal lovende woorden over hun doodgeschoten baas spreken. Range: 'Ik wilde dat duidelijk werd dat de mensen om hem heen respect voor hem hadden, want anders zou de dood van Bush geen enkele emotionele impact hebben.'

De activisten, onder wie de dader het eerst gezocht wordt, komen er aanzienlijk minder goed vanaf. We zien hoe sommigen beginnen te juichen als ze horen dat Bush is neergeschoten. 'Dat was inderdaad een beetje ironisch bedoeld. Alle spandoeken in de film, zoals die waarop een schietschijf over het gezicht van Bush is getekend, of die met de tekst: "Bush is a disease. Death is the cure", waren spandoeken die ons tijdens eerdere demonstraties waren opgevallen.

Wat ik wilde laten zien was dat sommige activisten hem hebben gedemoniseerd, alleen nog konden zien als een symbool van de haat. Het feit dat hij ook een mens is wordt vergeten. Dat is begrijpelijk, maar niet constructief.'

Halverwege verandert de film van toon. Range: ' Mijn film is mijn reactie op het klimaat van de angst dat Amerika sinds de aanslagen van 911 in de greep houdt. Die angst was maar ten dele een direct gevolg van de aanslagen. Er zijn ook heel cynische stappen gezet door de Bush- regering om die angst aan te wakkeren. Zodat er politiek gewin uit te halen viel . Iedere arrestatie in de VS werd gepresenteerd alsof er weer een terrorist was opgepakt. Om de mensen het idee te geven dat de War on Terror ook op Amerikaans grondgebied gevoerd moest worden. Zodat de regering wetten als de Patriot Act, een ernstige beperking van persoonlijke vrijheden, er probleemloos doorheen kon krijgen.'

Range laat Cheney in de film de Patriot Act 3 uitvaardigen, een nog verdere indamming van vrijheden, en met de beschuldigende vinger richting Syrië wijzen. Maar veel verder gaat hij niet in het uitwerken van politieke scenario's. D.O.A.P is vooral een zoektocht naar de mogelijke dader. Die achtereenvolgens onder de demonstranten, vervolgens in Syrië, en tenslotte in het Amerikaanse leger wordt gezocht.

Die zoektocht kost veel te veel tijd , en Range laat grote kansen liggen de film breder te trekken en politiek commentaar te leveren. Waar de film wel overtuigt is in de vormgeving. Archiefmateriaal en nagespeelde scènes zijn onzichtbaar door elkaar verweven en ook de pratende hoofden (stuk voor stuk acteurs) komen heel naturel over.

'Omdat de acteurs onbekend moesten zijn, kostte het veel tijd ze bij elkaar te krijgen,' herinnert Range zich. 'Alle acteurs werd gevraagd zich serieus te verdiepen in hun personages en ze moesten ook meelopen met adviseurs. Twee dagen voor de opnamen kregen ze het script, dat ze wel moesten lezen, maar niet uit het hoofd mochten leren. Het is heel moeilijk om een interview zo te spelen dat het lijkt of iemand iets voor het eerst zegt. Doordat ze het script niet letterlijk kenden behielden we de spontaniteit.'

Range bekeek honderden uren archiefmateriaal met president Bush. 'Aan het eind had ik een heel scherp beeld van de man en zijn eigenaardigheden. Door de research heb ik mijn beeld van Bush wel enigszins moeten bijstellen. Als je hem alleen in soundbites ziet, dan blijft er meestal weinig van hem over. Maar als je een heel optreden ziet, blijkt de man wel degelijk over charisma te beschikken, en zelfs een zekere charme te bezitten.'

Door het creatieve hergebruik van de archiefbeelden met Bush kon Range een groot gedeelte van zijn film vullen, maar er bleven verschillende momenten over die hij met behulp van de computer moest oplossen. ' In de scène waarin hij wordt doodgeschoten maakten we gebruik van een acteur, op wie later, door middel van iets wat 3D-morphing heet, het hoofd van Bush werd gezet. En als Cheney de grafrede uitspreekt hebben we maar een paar woorden hoeven veranderen. Het was namelijk de grafrede bij Ronald Reagans begrafenis. We hebben uiteindelijk alleen diens naam hoeven te vervangen door die van Bush. Of dat mag? Vooraf, al in de scriptfase, hebben we gevraagd aan onze advocaten of we hier last mee zouden kunnen krijgen. Die zeiden van nee. We hebben nog steeds geen rechtszaken lopen en ik neem aan dat er geen reden is om te veronderstellen dat Bush of Cheney zo'n zaak zouden kunnen winnen. Je moet niet vergeten, de film is fictie. Iedereen die in een bioscoop naar mijn film gaat zitten kijken weet toch dat de president niet vermoord is...'