Filmmaker John Appel (1958) vierde zijn 18de verjaardag in het casino. Een cadeautje van zijn vroeg overleden vader, die zijn hele leven een gokprobleem had. ‘Mijn vader deed zoveel spelletjes, dat ik mij afvraag of hij het leven wel serieus heeft genomen.’ In The Player onderzoekt Appel – tien jaar geleden won hij de VPRO Joris Ivens Award voor André Hazes: Zij gelooft in mij – het wezen van de gokkende mens.

Idee?
‘Al sinds mijn aanmelding bij de Filmacademie (25 jaar geleden) wilde ik een film over mijn vader maken. Eindelijk heb ik daar een vorm voor gevonden: niet een echt portret, maar een inkijk in zijn gokkende geest via een aantal alter ego’s.

In de documentaire vertelt u dat u zelf een klein fortuin heeft verloren aan de roulettetafel. Was u vanaf dat moment genezen van het gokken?
‘Nee, toen was ik niet genezen. Maar wel ervan doordrongen dat ik niet te ver moest gaan met gokken. Dat heb ik daarna ook niet meer gedaan, hoewel ik nog vaak gegokt heb en het me nog altijd fascineert.’

Inspiratie?
‘Als het om filmmakers gaat: Raymond Depardon en Maarten Doebele & Thomas Schmidt.

Ambities?
‘Ik heb geen specifiek onderwerp in gedachten, maar als ik toch iets moet noemen: het leven voor de dood. Speelfilmambities heb ik niet, want ik voel me een echte documentairemaker .’

Een van de programmaonderdelen tijdens dit IDFA is ‘niet normaal ’. Heeft u bij het maken van uw films ooit gedacht: ‘Dit is niet normaal!?’
‘Ik beschouw vrijwel niets als normaal. Ik kom er bij het maken van mijn films en tijdens de research steeds weer achter hoe ik me kan vergissen in mijn eerste (voor)oordeel over iemand.

Te zien tijdens IDFA:
ZA 21 november, 21:00 uur, Tuschinski 1
DI 24 november, 11:30 uur, Tuschinski 2
DO 26 november, 15:45 uur, Munt 9