De Zweedse film Millennium: Part 1 – Men Who Hate Women is de verfilming van het eerste deel van de zeer succesvolle Millennium-trilogie. Een gesprek met regisseur en hoofdrolspeelster.

Naast het belangrijkste podium voor de auteurscinema is het festival van Cannes vooral één grote markt. Terwijl het publiek in de rij staat voor de nieuwe Haneke, Almodóvar of Tarantino, klonteren de kopers samen in kleine bioscoopjes voor besloten filmvoorstellingen. Dat kunnen voorstellingen van goedkope en vaak slechte genrefilms zijn (porno, horror, etc), maar ook grote films uit kleine landen die op zoek zijn naar een internationale markt.


Noomi Rapace in Millennium

Een goed voorbeeld uit die laatste categorie is de Zweedse film Millennium: Part 1 – Men Who Hate Women, de verfilming van het eerste deel uit Stieg Larssons zeer succesvolle Millennium- trilogie over de linkse verslaggever Mikael Blomqvist en de avonturen die hij beleeft samen met de briljante, maar in zichzelf gekeerde computerhacker Lisbeth Salander.

Regisseur Niels Arden Oplev is samen met hoofdrolspeelster Noomi Rapace in Cannes voor gesprekken met mogelijke kopers, en voor enkele interviews met de pers, in de hoop dat zo het vuurtje rond de film verder opgestookt kan worden.

Niet dat de film dat heel hard nodig heeft, want de Millennium-trilogie was dé verkoopsensatie van vorig jaar ( alleen Khaled ‘Vliegeraar’ Hosseini verkocht meer boeken), en in Zweden kwamen meer dan een miljoen mensen naar de film kijken. Larsson zelf heeft dat overigens allemaal niet mogen meemaken. Hij stierf in 2004 aan een hartaanval. De boeken werden pas na zijn dood gepubliceerd.

Hoe kan het dat zo’n megaseller in Zweden en niet in Hollywood verfilmd werd?

Oplev : ‘Dat is het werk van Søren Stærmose, de producer van de film. Die heeft goede connecties met de uitgever van Larsson en had de rechten op de boeken al gekocht voordat er ook maar één deel gepubliceerd was.’

Waarom zijn die Millennium-boeken eigenlijk zo’n wereldwijd succes?
Oplev: ‘Stieg Larsson was zelf journalist. Terwijl hij heel serieuze stukken schreef over racisme en vrouwenmishandeling, heeft hij die sociale kritiek in de drie boeken – die hij ’s avonds schreef, als ontspanning na een dag hard werken – gecombineerd met een heel spannend en onderhoudend verhaal.
Maar de belangrijkste reden is natuurlijk het personage van Lisbeth Salander. Een raadselachtig wezen dat misbruikt is in haar jeugd, mishandeld, en ook nog eens verkracht wordt. Iemand die in alle andere literatuur het slachtoffer zou zijn. Stieg besloot dat deze kleine, op het oog kwetsbare vrouw nooit slachtoffer zou worden, simpelweg omdat ze weigert slachtoffer te zijn.’



Dat moet een heel moeilijke rol zijn geweest om te casten. Hoe vond u Noomi Rapace?
Oplev: ‘Ik doe geen slappe, ontspannen repetities, maar ik werk twee uur intensief met een acteur. Zo liet ik Noomi, nog voordat ik haar officieel gecast had, een bepaalde scène wel 19, 20 keer overdoen.’
Rapace : ‘Ik haat repetities. Ik haat het om andere mensen ervan te moeten overtuigen dat ze mij moeten nemen. En dat vond ik heel goed van jou Niels, je zei niet: “ Laat maar iets zien,” we gingen meteen aan het werk. Alsof ik de rol al had.’
Oplev: ‘Dat is hoe ik repetities doe. En als ik er vijf of zes op een dag doe ben ik zo moe dat ik moet slapen. Het trekt alle energie uit me.’

Wat in Noomi was het waardoor u wist dat zij Lisbeth kon spelen?
Oplev: ‘Toen ik haar voor het eerst zag, zag ik een enorme, bijna duistere kracht in haar. En ook iets, en dat is heel speciaal, dat heb ik in totaal misschien een, twee keer eerder gezien, iets wat ik het tikkende-bom-effect noem : je weet nooit hoe ze op iets zal reageren. Maar je weet wel dat ze elk moment kan ontploffen. Ik ben hysterisch als het gaat om casten. Ik heb voor Millennium vier speelfilms en drie grote tv-series gecast, en ik heb dat zelfde gevoel alleen gehad bij Mads Mikkelsen, je weet wel, de schurk uit James Bonds Casino Royale, en bij Anders Berthelsen, die ik voor mijn eerste film [Portland, 1996– red.] heb gecast. Ik wist dat Noomi’s energie prima bij Lisbeth paste. Mijn enige twijfel was dat ze zo godvergeten mooi is. Ze ziet er te goed uit. Maar ik wist dat we haar harder konden maken.’
Rapace: ‘En gezichten kunnen veranderen als je in een bepaalde energie terecht komt. Als je je kaal scheert, bijvoorbeeld, en piercings neemt, tattoos, als je als het ware mannelijker wordt , dan kunnen gezichten veranderen. Maar niet iedereen wil dat zien. Sommigen denken dat actrices ijdel zijn en er altijd op hun best willen uitzien.’

Er zitten veel harde, confronterende scènes in het boek. Was er iets dat u niet wilde spelen?
Rapace: ‘Jawel, maar niet omdat het te zwaar of te zwart was. We hadden oorspronkelijk een lange scène tegen het eind van de film, waarin Lisbeth zich blootgeeft en vertelt over haar verleden. En ik zei: nee, dat ga ik niet spelen. Dat past totaal niet bij Lisbeth. We hebben daar een enorme ruzie over gekregen. En jij dreigde de producers te bellen.’
Oplev : ‘Dat was jij! Jij dreigde met je agent!’
Rapace: ‘Dat weet ik niet meer . Maar het was een heel serieus conflict.’



Omdat u Lisbeth wilde beschermen…
Rapace: ‘Ja. Ik haat het om ruzie te maken , maar ik moest opkomen voor Lisbeth. Ik hou er niet van om te doen alsof ik iemand anders ben, dus ik moet altijd zorgen dat er iets is in mij dat zich met een personage kan vereenzelvigen, en daarmee word ik een beetje het personage. Als je aan Lisbeth kwam, kwam je aan mij.
In het script stond ook scène waarin ze luistert naar heavy metal. Maar Lisbeth luitstert helemaal niet naar muziek. Ze wil stilte, want ze is aan het werk. Ze moet zich concentreren op het hacken. Op de set gooide ik ook alles weg wat in haar kamer naar muziek verwees . Cd’s, posters. Ik voelde heel sterk hoe ze was, en ik wilde haar recht doen. En ik wilde haar realistischer maken, want in het boek is ze bijna een stripfiguur.’
Oplev: ‘Daar waren we het roerend over eens. Alles moest echt zijn. Ook de personages. Dat Noomi problemen had met de heavy metal, begreep ik volkomen. Dat wordt al gauw een cliché. Ik wist dat ik, toen ik Noomi castte, problemen in huis haalde, want ze kan heel eigenwijs zijn. Maar daar ben ik niet bang voor, want als je elkaar respecteert kan je ruzie maken.’

Lisbeth is een heftig personage, kon u haar na de opnamen snel van u afschudden?
Rapace: ‘Ik heb voor die rol veel haat, minachting en eenzaamheid bij mezelf geopend, en het duurt nog wel even voordat dat allemaal weer afgedekt is.’
Oplev: ‘Dat is een normale reactie als je zoveel van jezelf geeft. Noomi is een professional, maar ze gaf tijdens de opnamen zo veel dat de andere acteurs er wel eens bang van werden.’

Bang?

Oplev: ‘Voor sommige acteurs is een rol spelen hetzelfde als een jas aantrekken. En dan heb je types als Noomi, die het personage worden. Zoiets maakt de acteurs uit de eerste groep wel eens bang. Want het maakt ze onzeker over hun eigen manier van werken .’