Tsubota Yoshifumi (1975) verfilmde voor zijn speelfilmdebuut het leven van de schizofrene Japanse manga-artiest Abe Shinichi en zijn muze Miyoko. Centraal in de sensuele, fantasierijke biopic staat hun destructieve relatie in de jaren 70; Abe worstelt met zijn autobiografische tekeningen - waarvoor zijn geliefde naakt poseert - gaat vreemd en slentert dronken door de straten van Tokyo.

Idee?
‘In 2000 las ik voor het eerst de manga’s van Abe Shinichi en ik was gelijk verkocht. Ik raakte ook meteen geïnteresseerd om ze te verfilmen. Zijn werk ligt ver van de commerciële manga’s vandaan. Het is veel rauwer, en ik hou vooral van de manier waarop hij illusie en werkelijkheid vermengt.’

De echte Abe?
‘Aan het einde van de film is de echte Abe nog even te zien. Hij had mij zelf opgebeld om te vragen of hij ook nog in de film mee mocht te doen. “Zo’n persoon ben ik nu eenmaal”, zei hij, “die overal betrokken bij wil zijn.” We hebben voor en tijdens de opnames regelmatig contact gehad. Hij heeft ook het script ook eerst nog gelezen . Hij had geen bezwaren, maar zei wel: film het zoals Kurosawa een pornofilm zou maken.’

Invloeden?
‘Ik heb veel gekeken naar de Japanse roman-pornofilms uit de jaren ’70. Naakt werd in die periode heel anders uitgebeeld. De lichaamstaal was veel belangrijker, en dat heb ik wel als referentiekader gebruikt. Wat buitenlandse regisseurs betreft is David Lynch een grote inspiratiebron. Wat mij vooral aantrekt is de manier waarop zijn films steeds heen en weer springen tussen droom en realiteit.’

Ambities?
‘Ik wil geen porno maken, en ik wil geen commerciële films maken. Ik wil iets maken dat op de grens ligt tussen commercie en artistiek, waarmee ik de media kan uitdagen.’

Filmen in Japan ?
‘Ik heb geen geld gekregen van het Ministerie van Cultuur. Waarom weet ik niet. De uitgeverij van de manga’s van Abe Shinichi heeft uiteindelijk de hele film gefinancierd.’