Co-regissseur van de Naomi Klein-verfilming The Shock Doctrine is de Brit Mat Whitecross. Zijn carrière begon met een baantje, helemaal onder aan de ladder, in het bedrijf van zijn held Michael Winterbottom.

In haar boek The Shock Doctrine (2007) betoogt onderzoeksjournaliste en andersglobalistenheldin Naomi Klein dat de vrije markt eigenlijk alle kenmerken bezit van een dictatoriaal regime. Kapitalistische bolwerken als het Witte Huis , de Wereldbank en het imf zouden de afgelopen decennia misbruik hebben gemaakt van crises in instabiele gebieden (Chili, Rusland, Zuid-Afrika, Irak, New Orleans) om daar met harde hand hun economische gedachtegoed op te leggen.


The Shock Doctrine

Geëngageerde veelfilmer Michael Winterbottom was de logische kandidaat om dit linkse pamflet om te werken tot een documentaire. Maar wie is toch die co-regisseur Mat Whitecross, met wie Winterbottom in 2006 ook al het spraakmakende docudrama The Road to Guantanamo maakte? Op filmdatabank IMDB staat de 31-jarige Brit vermeld als regisseur, scenarist, cameraman, editor, researcher en productieassistent, en later dit jaar verschijnen twee bioscoopfilms van zijn hand. Hoog tijd voor een gesprek.

U hebt als filmmaker een vliegende start gemaakt. Hoe begon het?
Mat Whitecross: ‘Als kind was ik altijd al in de weer met camera’s en zelfgeschreven scenario’s. Tijdens mijn studie Engels begon dat serieuze vormen aan te nemen, ik maakte bijvoorbeeld clips voor bevriende bands, zoals een nog niet doorgebroken Coldplay. Maar ik besefte al snel dat je zo eeuwig kunt blijven aanmodderen, dus besloot ik actief op zoek te gaan naar een baantje bij een filmbedrijf, gewoon helemaal onder aan de ladder.
Via via lukte dat. Ik kreeg allerlei typische assistentenklusjes te doen: koffie zetten, autorijden. Maar wél in het bedrijf van Michael Winterbottom – een droom die uitkwam, want ik was al jaren fan van hem. Toen Michael me vroeg wat ik wilde bereiken en ik hem vertelde dat ik filmmaker wilde worden en wel wat ervaring had, werd ik meteen actief betrokken bij projecten als In This World en 24 Hour Party People. Voor 9 Songs mocht ik de complete montage doen.’

Een pornofilm als eerste officiële klus, dat was vast onverwacht.
‘Dat is het leuke van werken met Michael, je weet nooit wat je kunt verwachten. Maar inderdaad, het was wel even schrikken. Ik wist aanvankelijk van niks, hij had alleen maar gevraagd of ik een paar concertbeelden aan elkaar wilde plakken. Waarna hij opeens kwam aanzetten met een eindeloze reeks seksscènes. Maar tegen die tijd voelde ik me wel op mijn gemak; het is een klein bedrijf met een heel familiale sfeer.’

Een jaar later regisseerden jullie samen The Road to Guantanamo. Hoe ging dat?
‘Na 9 Songs zou ik een voetbalfilm gaan monteren, waar ik als sportleek flink tegen opzag – nog liever wekenlang tegen naakte lijven aankijken dan tegen een voetbalveld. Tot mijn opluchting ging die film op het laatste moment niet door, waarop Michael mij vroeg of ik nog goede ideeën had. Ik vertelde hem dat ik onder de indruk was geraakt van een krantenbericht over drie Britse mannen die ten onrechte in Guantánamo Bay hadden vastgezeten. Hij zei dat ik daar dan maar een film over moest maken. Uiteindelijk hebben we het samen gedaan.’

U hebt een voorkeur voor geëngageerde verhalen. Nu dus The Shock Doctrine en binnenkort volgt een docu over Birmese vluchtelingen.

‘Ik ben ook wel geïnteresseerd in minder politieke onderwerpen, maar als je twee jaar van je leven aan een bepaald thema gaat wijden, vind ik wel dat je er een persoonlijke band mee moet hebben . Films die zonder liefde in elkaar zijn gezet, daar kan ik niet meer naar kijken. Het thema van vluchtelingen spreekt mij aan omdat mijn ouders in de jaren zeventig als politieke vluchtelingen uit Argentinië naar Engeland kwamen.
Ik heb in het verleden geprobeerd kleine, persoonlijke films te maken over crisissituaties in Argentinië, Afghanistan en Irak, maar tot mijn frustratie gingen die om financiële redenen steeds niet door. Toen Naomi Klein ons benaderde om een film te maken naar aanleiding van haar boek, zag ik een mogelijkheid om die verhalen te combineren. Juist het macroniveau van haar verhandeling sprak mij aan: misschien is het wel veel effectiever om uit te zoomen naar het overkoepelende systeem achter al die verschillende vormen van onrecht.’

Hoe adapteer je zo’n dikke non-fictiepil, die inhoudelijk de hele wereld over gaat?
‘Daar hebben we flink mee geworsteld. We wisten meteen dat er veel zou moeten sneuvelen. We besloten eerst maar een inventarisatie te maken van de archiefbeelden die we konden krijgen, wat niet bleek mee te vallen. Archieven zijn een enorme industrie geworden, wat maar weer aantoont hoezeer het kapitalisme overal is doorgedrongen. Begrijp me goed, ik heb geen moeite met kapitalisme op zich, maar het moet gewone burgers niet in de weg gaan staan. Voor het algemeen historisch besef zou zoiets belangrijks als een archief niet alleen toegankelijk moeten zijn voor rijke bedrijven als CNN. Toen we eindelijk zoveel mogelijk beelden hadden verzameld, rees de vraag hoe we die in hemelsnaam moesten rangschikken. Moesten we de chronologie van het boek aanhouden? Moest het een essay worden of meer een journalistieke follow-up?’


The Shock Doctrine

Uiteindelijk hebben jullie de strekking van het boek vrij letterlijk gevolgd – tot ongenoegen van Klein, als we de krantenberichten moeten geloven.
‘Dat was erg vervelend: rond de première in Berlijn, waar we een eerste versie vertoonden, werd alle inhoudelijke aandacht verdrongen door geruchten dat Naomi zich van de film zou hebben gedistantieerd. Wat helemaal niet waar is. Toen ze ons benaderde, stond haar een film voor ogen die meer een vervolg op het boek zou worden, met veel interviews en onderzoeksjournalistiek. Aanvankelijk hebben we zoiets geprobeerd. Ik ben onder meer naar Chili en Argentinië afgereisd voor interviews, maar het gros van dat materiaal heeft de film niet gehaald. Het bleek gewoon niet te werken.
We hebben ten slotte gekozen voor een heldere, toegankelijke samenvatting van Naomi’s ideeën, met hier en daar een aanvulling. Zo hebben we op haar verzoek na die vertoning in Berlijn nog een stuk toegevoegd over de huidige financiële crisis. Daar heeft zij ons nog bij geholpen, wat aantoont dat die geruchten sterk overtrokken waren.’


Naomi Klein in The Shock Doctrine

Critici zullen de film, in navolging van het boek, afdoen als een knap staaltje propaganda.
‘ Niemand zal verwachten dat we een objectieve analyse van de recente geschiedenis brengen. Dit is het verhaal van Naomi Klein, een polemiek, een reactie op de succesverhalen van rechtse politici en economen. Naomi’s ideeën worden wel eens afgedaan als complottheorieën, maar dat vind ik onterecht. Het was de invloedrijke econoom Milton Friedman die beweerde dat crises een geschikte basis vormen voor invoering van de vrije markt. Naomi interpreteert alleen de gevolgen daarvan minder rooskleurig.
Kapitalisme heeft natuurlijk veel voorspoed gebracht, maar ook polarisatie: in veel gebieden werden de rijken veel rijker en de armen veel armer. Lange tijd heerste de gedachte van Francis Fukuyama, dat het kapitalisme het minst slechte systeem is, dat we geen andere kant meer op kunnen. En misschien is dat nog wel waar ook. Maar we moeten ons afvragen of er geen andere, minder extreme vormen van kapitalisme kunnen bestaan , die minder slachtoffers opleveren.’

De film biedt geen echte alternatieven.
‘Er worden wat suggesties gedaan, maar nee, heel concreet worden die niet. We hadden natuurlijk honderd verschillende films kunnen maken, maar ik vond het vooral belangrijk om deze theorie aan te voeren als een bril waardoor de recente geschiedenis kan worden bekeken en geduid. En in het slot wijzen we op de financiële crisis en zeggen we: kijk, het dreigt opnieuw te gebeuren, wat gaan we nu doen? Kunnen we de zaken anders gaan aanpakken? Als de film helpt om die discussie te stimuleren ben ik tevreden.’