Net als in Pranzo di ferragosto speelt acteur/regisseur Gianni Di Gregorio in zijn nieuwe film Gianni e le donne min of meer zichzelf. ‘Ik hoopte dat de vrouwen in de rij zouden staan, maar er gebeurde niets.’

In Pranzo di ferragosto, de verrassende arthousehit van een paar jaar geleden , speelde acteur/regisseur Gianni Di Gregorio een bijna-zestiger die nog bij zijn moeder woont en uit geldnood besluit een handvol hoogbejaarde dames te babysitten. In opvolger Gianni e le donne speelt acteur/regisseur Di Gregorio een getrouwde zestiger die ineens weer oog krijgt voor de vrouwen om hem heen.

De personages die Gianni Di Gregorio (1949) in beide films speelt heten allebei Gianni en het is heel verleidelijk te veronderstellen dat de echte Gianni erg veel lijkt op de twee film-Gianni’s. En dat blijkt ook zo te zijn.



Ik spreek hem eind mei in het Ambassade Hotel in Amsterdam, en hij is inderdaad net zo beminnelijk, goedlachs en serviel als in de films.

Di Gregorio was overigens al eens eerder in Amsterdam. Een maand lang met zijn dochter en haar vriend. Maar omdat zijn dochter het niet wilde, kwam hij het centrum niet uit. ‘Dat was niet erg,’ benadrukt hij, ‘want ik ben toen naar zo’n beetje alle musea van Amsterdam geweest.’

Was het moeilijk om met een opvolger voor Pranzo di ferragosto te komen?
‘Ja. Je voelt dat er veel verwachtingen zijn na het internationale succes van die film. Dat maakte me wel bang, je kan geen fouten maken. Maar ik heb het gedurfd omdat ik vind dat Gianne e le donne een eerlijk verhaal is, en een noodzakelijk verhaal .’

Waarom noodzakelijk?
‘Het gaat vooral over het feit dat als je een bepaalde leeftijd bereikt vrouwen niet meer naar je kijken zoals vroeger. Net als mijn vrienden was ik daar bezorgd over, en ik heb deze film gemaakt om die angst weg te nemen.’

En? Is dat gelukt?

(Gianni bulderlacht) ‘Nee! Helaas niet. Het probleem is gebleven.’

Opvallend genoeg wordt Gianni niet verliefd in deze film…
‘Nee, al blijft hij er wel van dromen. Het is meer een idee, het wordt niet concreet. Maar ik hou de optie open dat het wel gaat lukken.’

Was het niet verleidelijk er een romance in te schrijven?

‘Ik heb nooit gedacht dat het Gianni zou lukken. Misschien omdat het zo lijkt op mijn eigen situatie. Je hebt je gezin, je dochters. Een hond. De film is heel eerlijk en dus kon ik niet liegen.’

U bent getrouwd. Wat vond uw vrouw van de film, want eigenlijk zegt u dat Gianni om zich man te kunnen voelen andere vrouwen nodig heeft…
(lacht) ‘Mijn vrouw heeft gezegd dat we daar nog eens over moeten praten. Maar dat is nog niet gebeurd. Ik denk dat je op een bepaalde leeftijd transparant wordt. Onzichtbaar voor jongere vrouwen. Of je nou getrouwd bent of niet. Het gebeurt met alle mannen.’

Wanneer begon u transparant te worden?

‘Dat is al een tijdje geleden . Ik ga nu iets zeggen wat ik nog nooit eerder heb gezegd, maar na het succes van Pranzo werd mij pas echt duidelijk dat ik transparant was geworden. Ik hoopte, rekende er zelfs stiekem op, dat na dat succes de vrouwen in de rij zouden staan, maar er gebeurde niets. Helemaal niets! Dit heb ik nog niet eerder verteld, maar het is de waarheid.’

Heeft dat niet meer te maken met of je je er voor open stelt? Misschien bent u wel heel gelukkig met uw vrouw.
(lacht) ‘Dat is het probleem, ja. Het heeft veel te maken met mijn karakter. Ik ben nooit zo’n veroveraar geweest.’



Want je hebt ook iemand als Berlusconi, die bepaald niet transparant is.
‘Inderdaad. En ik ben blij dat toen al die schandalen over hem bekend werden deze film in Italië uitkwam. Zodat je kan zien dat we in Italië ook op een andere manier naar vrouwen kijken. Op een wat beschaafdere manier.’

Is Gianni niet te beschaafd? Hij cijfert zich vaak helemaal weg. Is dat ook autobiografisch?
‘Het is een beetje overdreven, maar het komt wel uit mijn eigen leven. Ik heb mijn moeder tien jaar lang verzorgd. Ik had een gezin, maar moest ook altijd naar mijn moeder. Ik ben enig kind, en ze wilde me graag in de buurt hebben. Italië, hè. Verschrikkelijk. Dat duurde tot 2000, toen ze overleed. Een paar jaar daarna heb ik Pranzo di ferragosto gemaakt. Misschien hoopte ik dat ik door die film bevrijd zou worden van die herinnering . Van de angst dat ik altijd aan de kant zou blijven staan.’

Toch zit er in uw films geen boosheid over uw situatie
.
‘Ik blijf optimistisch. Ik wil dat iedereen lief is voor elkaar. Dat er harmonie is tussen mensen. Ik zou nooit een film kunnen maken over iemand die echt kwaad is.’

Maar u schreef mee aan Gomorra, een keiharde film over de georganiseerde misdaad .
‘We hebben met zijn zessen aan die film geschreven, en ik riep altijd grappige dingen. De anderen moesten daar dan hard om lachen en vervolgens werd het weer uit het script gehaald. Haha. Ik probeer mensen altijd aan het lachen te maken, als bescherming tegen het leed.’

Past u dat ook op zichzelf toe?
‘Ja. En het lukt altijd. Ik was enig kind en heb een heel strikte opvoeding gehad. Als er iets mis ging was mijn eerste reactie altijd: lachen. Ook op school lachte ik altijd. Dat was mijn verdediging.’

In de films bent u heel eerlijk. Heeft u desondanks nog zaken achtergehouden?

‘Ik begrijp mijn films altijd pas later, als ik met de filmpers heb gesproken. Dat is echt waar. Ik kom er dan achter dat er zaken in de film zitten waarvan ik niet wist dat ik ze er in gestopt had. Zo vertelde een recensent me over Gianni e le donne dat het een film over eenzaamheid is. Dat klopt, maar daar was ik me tijdens het draaien niet van bewust.’

Wordt u dan droevig van zo’n constatering?

(lacht, aarzelend) ‘Ja. Daar was ik wel een paar dagen droevig van, ja.’

Is het maken van films voor u dan misschien ook een vorm van publieke psychotherapie?
‘Ik denk van wel .’

Wat gaat u in uw volgende film onderzoeken?

‘ Daar moet ik nog goed over nadenken. Ik zou graag willen dat Gianni wat meer naar buiten gaat. Dat hij uit zijn schulp kruipt.’

Dat hangt dan van de echte Gianni af.

‘Exact. En of dat gaat lukken…’