Is Mud, de derde film van regisseur Jeff Nichols, een poging de Great American Movie te maken? ‘Hoe pretentieus dat ook klinkt: ja, dat was inderdaad de bedoeling.’

'O mijn God!’ Halverwege ons telefoongesprek slaakt de Amerikaanse regisseur Jeff Nichols een ijselijke kreet. Hij rijdt tijdens het gesprek in zijn auto, ziet hoe vlak voor zijn ogen een motorrijder onderuit schuift, en kan ternauwernood een botsing vermijden. Even later hoor ik: ‘Gelukkig. Het ziet ernaar uit dat iedereen is heel gebleven.’

We zullen het interview uiteindelijk tot een goed einde brengen, maar bijna was ik toch medeverantwoordelijk – je moet ook nooit bellen en rijden! – voor een voortijdig einde aan de veelbelovende carrière van de 35-jarige Nichols. Wat eeuwig jammer zou zijn, want Nichols is een van de interessantste Amerikaanse regisseurs van het moment. Debuteerde in 2007 met het stemmige Shotgun Stories, brak in 2011 door met het apocalyptische Take Shelter, en maakte vorig jaar het fraaie Mud, dat nu ook de Nederlandse bioscopen bereikt.



Mud is het aangrijpende verhaal van de veertienjarige Ellis, die samen met zijn vriend Neckbone op een eilandje in de Mississippi de mysterieuze zwerver Mud ( Matthew McConaughey) aantreft. Mud heeft iemand vermoord, maar alleen omdat hij zijn ex-vriendin Juniper ( Reese Witherspoon) wilde beschermen. Ellis vertrouwt Mud, gelooft in diens liefde voor Juniper, en besluit hem te helpen bij zijn vlucht voor de politie en zijn pogingen weer met Juniper in contact te komen.

Mud speelt zich af in Arkansas, u komt uit Arkansas, is het daarmee ook autobiografisch?
Jeff Nichols: ‘Alles wat ik maak is tot op zekere hoogte autobiografisch. Maar niet in de details. Ik schrijf een script vanuit twee oogpunten. Een is het verhaal, dat maar heel weinig met mijn eigen leven te maken heeft. Twee is een emotionele kant. En die is altijd heel persoonlijk.’

U bent Ellis?
‘Ik denk dat ik grappig genoeg evenveel Ellis als Neckbone ben. Ik ben net als Ellis iemand die graag observeert. Maar ik lijk ook veel op Neckbone, die heel pragmatisch kan zijn, zich niets laat wijsmaken en weet dat Mud niet altijd de waarheid spreekt.’

In tegenstelling tot de jongens, die beiden op de rivier leven, was u een ‘townie’, iemand uit de stad…
‘Klopt. Ik ben geen redneck. Het was wel een wereld die ik kende. Mijn grootouders kwamen van het platteland en ik heb daar veel zomers doorgebracht. Maar ik ben opgegroeid in Little Rock.’



Doordat u uit het zuiden van de VS komt worden uw films vaak ‘southern tales’ genoemd. Wat zijn dat eigenlijk?
‘Mijn film speelt zich af op de Mississippi en dan kom je al gauw in het vaarwater van iemand als Mark Twain. En ik geef meteen toe dat ik door hem geïnspireerd ben. Maar ook door William Faulkner en Flannery O’Connor. Alle drie staan voor een bepaalde manier van verhalen vertellen die heel erg is gebaseerd op de plek waar ze vandaan komen. En alle drie houden ze zich bezig met de menselijke tekortkomingen. Regisseurs die zelf niet uit het Zuiden komen en toch films over het Zuiden maken, kopiëren vaak klakkeloos wat ze in andere films zien. Zuiderlingen praten wat trager en daarom denken de meeste mensen dat ze dom zijn. Veel van de clichés over het Zuiden hebben daarmee te maken. Denk maar aan de oliedomme sheriff die je keer op keer tegenkomt in films over het Zuiden. Die stereotypen wilde ik vermijden en daarom ben ik naar de dorpen gegaan, heb naar de mensen gekeken en geluisterd. Dan pas weet je hoe ze zich echt kleden en hoe ze echt praten.’

U hebt het verhaal van Mud zelf geschreven. Veel Amerikaanse auteurs willen de ‘Great American Novel’ schrijven. Is Mud een poging de ‘Great American Movie’ te maken ?
‘Hoe pretentieus dat ook klinkt: ja, dat was inderdaad de bedoeling. Ik weet inmiddels dat ik bij elk scenario aan één iemand in het bijzonder denk en me afvraag wat die er van zou vinden. Het is een soort trucje , om grip te krijgen op het verhaal. Shotgun Stories heb ik geschreven voor een bepaalde docent op de filmacademie, Take Shelter voor mezelf – ik was erg onzeker toen – en Mud voor mijn vader. Mijn vader was gek op klassieke Amerikaanse films. Je weet wel: Frank Capra, John Wayne, films waar ik als kind wel eens van gruwde, maar ik snapte wel waarom hij ervan hield. Dat is ook mijn definitie van een Great American Movie, een die mijn vader mooi zou vinden. Films waar ik zelf telkens naar terugkeer zijn Hud en Cool Hand Luke.’

Beide met Paul Newman in de hoofdrol.
‘Ja, altijd Paul Newman. Newman is de beste! Cool Hand Luke gaat over een vierkantje dat door een rond gat moet en dat natuurlijk niet kan. Iemand die zijn eigen waarden heeft bepaald en zich door anderen niets laat opdringen. Morality by design, dat interesseert me.’

Lijkt een beetje op uw eigen filmcarrière. U woont en werkt in Texas, ver weg van Hollywood. En u vertelt uw eigen verhalen.
‘Ik heb me inderdaad vrij succesvol van Hollywood afgeschermd. (lacht) Weet je, toen ik van de universiteit kwam, ben ook ik naar Los Angeles gegaan, omdat daar een boel van mijn vrienden zaten. Die wilden aanvankelijk ook films maken, maar zijn allemaal wat anders gaan doen. Ik besefte dat ik daar weg moest en mijn eigen plek moest vinden. Texas paste goed , North Carolina ook, en Arkansas. Plekken waar ik als ik uit het raam kijk mensen en landschappen zie die me inspireren. Als ik in L.A. naar buiten keek, zagen alle mensen er het zelfde uit. En iedereen had het daar altijd maar over film. Misschien was het wel vanwege mijn ego dat ik daar wegmoest. Ik voelde me in L.A. een klein visje in een grote vijver. In Texas voel ik me tenminste bijzonder als filmmaker.’



En wordt u niet verpest door beproefde formules en mensen die denken te weten hoe je een succesvolle film maakt.
(lacht) ‘Absoluut. In het begin moest ik heel vaak ideeën pitchen bij junior executives en werd ik elke keer afgewezen. Op een gegeven moment ga je toch proberen die mensen te pleasen. En natuurlijk, ik snap ook wel dat je als filmmaker niet altijd de artiest kan uithangen en ook pragmatisch moet zijn. Maar het probleem in L.A. is dat je altijd eerst langs een manager moet. Maar ik heb Mud niet geschreven voor een manager. Ik heb Mud geschreven voor mijn vader, en ik weet zeker dat mijn vader een stuk dichter bij het publiek staat dat ik met deze film wilde bereiken dan die junior executive.’