De zwijgende zwart-witfilm Blancanieves vertelt het verhaal van Sneeuwwitje, haar boze stiefmoeder en een groep stierenvechtende dwergen. Regisseur Pablo Berger: ‘Ik sta aan de kant van de freaks. Ik ben zelf een freak.’

‘De eerste keer dat ik een zwijgende film zag, was op het filmfestival van San Sebastián. Daar draaide Greed van Erich von Stroheim. Met muziek van Carl Davis, die ook in San Sebastián was. Ik was achttien jaar toen en werd finaal van mijn sokken geblazen. Ik vond het zo mooi: de beelden, de muziek. Ik kreeg geen adem meer. Zoiets had ik bij een sprekende film nog nooit meegemaakt . '
 


Greed

'Sindsdien is de zwijgende film een obsessie voor mij. Dat is wat de zwijgende film doet. Je wordt erdoor gehypnotiseerd. Je moet er meer moeite voor doen; maar aan het eind zijn de beloning en identificatie veel groter dan bij een geluidsfilm. En een zwijgende film is natuurlijk niet stil. Je hebt muziek. En muziek kan in een paar seconden heel sterke emoties oproepen. Vroeger begrepen ze heel goed wat er gebeurt als je muziek – die toen live gespeeld werd – en beelden samenbrengt. Dat is meer dan cinema. Dat is opera, ballet. Je moet niet teveel denken. Je moet voelen!’

Aan het woord is de enthousiaste Spaanse filmmaker Pablo Berger (1963). Afgelopen januari was hij met zijn zwijgende zwartwitfilm Blancanieves op het filmfestival van Rotterdam. Ik heb de film de dag voor het interview gezien en er is geen woord gelogen. Blancanieves is hypnotiserend.

De film speelt zich af in en rond het Sevilla van de jaren twintig en vertelt het verhaal van Blancanieves (Sneeuwwitje), dochter van een beroemde stierenvechter , die door haar boze stiefmoeder het huis uit wordt gezet en na wat omzwervingen terechtkomt bij een groep stierenvechtende dwergen.

U heeft Sneeuwwitje verplaatst naar de arena van het stierenvechten. Waarom?
‘Het idee voor de film is ontstaan toen ik in het boek España oculta van fotografe Cristina García Rodrigo een serie foto’s van stierenvechtende dwergen zag. Die foto’s raakten me, maar ik had het idee dat er iets ontbrak. Sneeuwwitje! De foto’s waren in zwart-wit, en zo vielen de stukjes in elkaar.
De Sneeuwwitje uit het sprookje is een prinses, maar ik wilde geen echte prinses. Ik heb een dochter van negen en die wordt helemaal gek van die roze prinsessenpakjes! Ik wilde dat Sneeuwwitje van het volk zou zijn. En de koning en koningin van het volk van die tijd waren de stierenvechter en de flamencozangeres. Dat werden de ouders van mijn Sneeuwwitje.’

 

Blancanieves

Ik dacht dat stierenvechten zo’n beetje uit de Spaanse ziel verbannen was…
‘Nee hoor. Dat heeft honderden jaren bestaan en zit vast verankerd in ons DNA. Wat niet wil zeggen dat ik een afficionado ben. Ik ga regelmatig, maar zit niet iedere dag voor de televisie. In Catalonië is stierenvechten inderdaad verboden nu, maar niet in de rest van Spanje. In Madrid en Sevilla zijn nog heel veel arena’s. En het wordt ook gewoon uitgezonden op televisie.’

Activisten hebben een fanatieke anti -lobby gevoerd toen het leek dat uw film genomineerd zou worden voor een Oscar. Wat vindt u daarvan?
(fel) ‘Als iemand iets tegen stierenvechten heeft, zegt-ie dat maar tegen de autoriteiten, niet tegen de filmmakers. Die moeten in vrijheid kunnen maken wat ze willen. Geen enkel onderwerp zou taboe moeten zijn. Tenzij het bij wet verboden is natuurlijk. Maar wij hebben ons aan alle mogelijke wetten gehouden.’

Hoe zette u het sprookje van Sneeuwwitje naar uw hand?
‘Het mooie van dat sprookje is dat het helemaal niet verzonnen is door de gebroeders Grimm. Zij hebben het alleen maar opgetekend. Het bestond al veel langer. Als verhaal dat van generatie op generatie werd doorverteld. Daar maakten zij een verhaal van drie pagina’s van. Geen roman van 300 pagina’s. En dat bood mij alle ruimte er zelf van alles aan toe te voegen. Ik heb alleen de basiselementen gebruikt. Als een jazzmuzikant speelde ik af en toe de melodie van Sneeuwwitje, maar als ik zin had, ging ik allemaal zijpaden in. Om dan af en toe weer terug te keren naar de melodie.’

Daarom hebben we ook maar zes dwergen…
(lacht) ‘Dat was een hommage aan mijn beste vrienden. En dat zijn er toevallig zes. De dwergen in mijn film dragen hun naam. En mijn vrienden waren dan ook erg verrast toen ze de film zagen.’

Vooral omdat elke dwerg een eigen persoonlijkheid heeft …
‘Je hebt de film gezien. Je weet dat ik de dwergen met respect behandel. Ik sta aan de kant van de freaks. Ik ben zelf een freak. Als filmmaker ben je een buitenstaander. Met je filmcrew vorm je een aparte familie. De dwergen voelden zich bij ons dan ook zeer op hun gemak.’


Blancanieves

Grappig dat u dat zegt, want ik moest bij de film regelmatig aan Tod Brownings Freaks denken. One of us, one of us…
‘Dat was ook de bedoeling, want Freaks is een van mijn favoriete films. De film is uitgekomen in 1932, en zou aanvankelijk ook als zwijgende film gemaakt worden. Maar het duurde zo lang voordat Browning geld voor zijn film had gevonden, dat de geluidsfilm inmiddels de regel was.’

Wat ons brengt bij de lijdensweg die u zelf moest afleggen. Het duurde acht jaar voordat u Blancanieves van de grond kreeg, en toen was daar ineens The Artist [de zwijgende film van Fransman Michel Hazanavicius, een wereldwijde hit en overladen met Oscars]. Weet u nog hoe u zich voelde toen u voor het eerst van die film hoorde?
' Jazeker. Ik zat aan mijn bureau te werken aan wat storyboards, want de opnamen zouden een paar dagen later beginnen. Ik kreeg een mailtje van een vriend die in Cannes was. Hij schreef: “Pablo, zag net The Artist. Zwijgende film, zwart-wit en zal een enorme hit worden. Net door Weinstein gekocht.”
En ik dacht: shit, shit, shit! Ik las het op mijn iPhone, en als het geen iPhone was geweest had ik hem tegen de muur kapotgesmeten. Ik was echt van slag. Ik had acht jaar gewerkt aan een film met als belangrijkste idee dat het een zwijgende zwart-film voor een groot publiek moest zijn. Kijk, zwart-wit en zwijgend is niet nieuw. Dat doet iemand als Guy Maddin al jaren. Maar voor een groot publiek… En met een hoog budget… Toen ik dat las over The Artist dacht ik: het is afgelopen, Blancanieves is dood. Maar regisseurs moeten per definitie positief zijn. Als je achterom kijkt, val je. Dus ik besloot: oké, The Artist is een hit, daar kan ik niets meer aan doen. Wij gaan door met onze film. Ik besloot om het zelfs positief te zien. Goddank is The Artist een hit! Dat bewijst dat er een publiek voor is. En dat kan mijn film alleen maar helpen.’