Regisseur Robin Campillo was begin jaren negentig lid van aidsactiegroep Act Up, waarover hij de film 120 BPM maakte. 'We wilden niet aardig gevonden worden. We waren woedend en wilden dat de wereld onze woede zag.'

Actiegroep Act Up – Aids Coalition to Unleash Power – werd in 1987 opgericht in New York en viel op doordat de leden doelbewust de confrontatie zochten, om zo de erkenning en behandeling van aids op de politieke agenda te krijgen.

Act Up was ook in Frankrijk actief. Een van de leden was regisseur Robin Campillo (1962), die op het afgelopen filmfestival van Cannes de film 120 BPM presenteerde. Over Act Up-leden Nathan en Sean, die elkaar vinden in de strijd tegen de onverschilligheid van de overheid en de farmaceutische industrie.

U was begin jaren negentig lid van Act Up, waarom komt u nu met een film over die periode?
Campillo: ‘Ik wilde al heel lang een film over de aidsepidemie maken. Maar ik kon nooit een goede invalshoek vinden. Juist omdat Act Up zo’n belangrijke periode in mijn leven was, moest het ook een belangrijke film worden. Bovendien wilde ik mijn medeleden van toen niet teleurstellen. Daarom bleef ik de film maar uitstellen. Uiteindelijk gaf mijn producent me het laatste zetje. Die overtuigde me ervan dat als ik de film niet snel zou maken, ik hem nooit zou maken, en het hele project een obsessie zou worden.’

Is de film autobiografisch?
‘Delen wel, ja. Maar die zitten verpakt in een veel groter, fictief deel. Want ik wilde niet mijn verhaal vertellen, maar het verhaal van Act Up.’

Zit u wel in een van de jongens?
‘Een paar regels die Nathan uitspreekt komen uit mijn leven, maar ik lijk meer op Thibault, de leider van Act Up. Niet dat ik een leider was, of zelfs maar een belangrijk kaderlid. Ik was hooguit een helper. Maar ik herken me wel in de houding van Thibault, die in al zijn wanhoop toch blij in het leven staat.’

'Ze schreven dat alle gays zouden doodgaan. Maar niemand kwam met ons praten. Dat doe je niet in Frankrijk.'

Robin Campillo

Arnaud Valois als Nathan in 120 BPM

Veel leden van Act Up waren hiv-positief, kregen aids en gingen dood. U zit hier.U was dus niet positief?
'Nee, ik niet. Daarin lijk ik ook op Nathan. Zijn verhaal is mijn verhaal. Ik was begin jaren tachtig verliefd op een jongen. Een heel leuke, biseksuele jongen wiens leven één groot feest was en die seks had met alles en iedereen. Ik dacht, heel naïef, dat we voor altijd bij elkaar zouden blijven, wat natuurlijk niet gebeurde. Eind jaren tachtig ontmoette ik hem weer. Ik was hiv-negatief, omdat ik altijd braaf condooms had omgedaan. Toen ik hem zag zitten, wist ik meteen dat hij ziek was. Toch heb ik hem niet gevraagd of hij aids had, want dat deed je niet. Zwijgen hoorde bij die tijd.'

De film suggereert dat Frankrijk de problemen rond aids destijds zwaar onderschatte.
'De eerste artikelen in de kranten waren heel agressief. Ze schreven dat alle gays zouden doodgaan. Maar niemand kwam met ons praten. Dat doe je niet in Frankrijk. Daar praat je niet met minderheden, want iedereen is gelijk. Mensen met aids werden wel netjes verzorgd in ziekenhuizen, maar niemand praatte erover. Act Up besloot dat we de maatschappij moesten wakker schudden, en accepteerde dat daarbij ook middelen gebruikt moesten worden die mensen onsympathiek zouden vinden. We wilden niet aardig gevonden worden. We waren woedend en wilden dat de wereld onze woede zag. Act Up was behoorlijk berucht toen. Mensen vonden ons bedreigend.’

Was u dat ook?
'Welnee. Dat was ons imago. We gooiden wel met nepbloed, maar de politie die ons kwam arresteren wist wel dat we geen weerstand zouden bieden.'

Adèle Haenel als Sophie in 120 BPM

Naast het verhaal van Act Up gaat 120 bpm ook over de ontluikende liefde tussen Nathan en Sean. Wat uiteraard leidt tot de nodige seksscènes. Was het nog onderwerp van discussie wat u wel en niet wilde laten zien?
'De film is gefinancierd door de publieke televisie, dus erecties waren verboden. Niet dat ik dat per se wilde, maar ik moest daardoor wel enorm oppassen met wat ik allemaal wel en niet in beeld bracht. Dat werd nog een heel gepuzzel bij de montage. Voor mij is het belangrijk dat seksscènes er levensecht uitzien. Natuurlijk worden ze gespeeld, dat weet iedereen, maar ze mogen er niet professioneel uitzien. Bij veel seksscènes liggen de acteurs al naakt op bed, waarna ze een standje uit de Kamasutra gaan doen. Ik wil juist laten zien hoe rommelig seks kan zijn. Hoe lastig het is je kleren uit te trekken, en dat het soms even duurt voor je de goede positie hebt gevonden.'

De film speelt zich ruim twintig jaar geleden af. Is aids nog steeds zo bedreigend als toen?
'Er is veel veranderd. Zo zijn er nu verschillende effectieve behandelmethodes. Maar we bevinden ons wel in een rare situatie. Want ook al kan je aids nu veel beter behandelen, toch zie ik geen politicus het thema oppakken. Wat dat betreft is er dus niets veranderd.’

Meer over 120 BPM