Amerikaans multitalent Jim Cummings maakte zijn geslaagde tragikomedie Thunder Road voor een habbekrats. De film is een hit, maar Cummings droomt niet van een Hollywoodcarrière. 'Die slangenkuil laat ik liever links liggen.'

Agent Jimmy Arnaud – jaar of dertig, snor, in uniform – houdt een toespraak op de begrafenis van zijn moeder. Nerveus en emotioneel memoreert hij haar liefdevolle karakter en zijn eigen tekortkomingen als zoon. Het is al een pijnlijk tafereel, en dan begint hij ten slotte ook nog huilend mee te zingen en dansen met Thunder Road van Bruce Springsteen, zijn moeders favoriete nummer.

Zo verloopt de korte film Thunder Road, die bestaat uit een enkel shot van ruim twaalf minuten en bij de kijker een mengeling van ongemak, ontroering en hilariteit oproept. Regisseur, scenarist en hoofdrolspeler Jim Cummings (1986) zette het filmpje in 2016 op de site Vimeo (waar het nog steeds te zien is) en won er tot zijn verrassing een lading prijzen mee – op Amerikaanse festivals als Sundance en SXSW, maar ook in Europa. Aangemoedigd door het succes besloot hij een complete speelfilm te maken rond agent Jimmy. De lange versie van Thunder Road, die vanaf 28 maart in de bioscoop draait, begint met de grafrede uit de korte film en gaat dan verder. Jimmy blijkt niet alleen zijn moeder te hebben verloren, maar ook in scheiding te liggen en de voogdij over zijn dochtertje te kunnen verliezen. Een totale inzinking lijkt in zicht – en dat leidt wederom tot even aandoenlijke als tenenkrommend geestige situaties.

Jim Cummings werkt intussen alweer aan een nieuwe speelfilm (iets griezeligs met weerwolven), maar vond tussen de opnames door tijd om te skypen over Thunder Road.

Voor een debuterend regisseur heeft u een indrukwekkend cv. Op internet las ik dat u al aan tientallen films meewerkte, vooral als producent.
Jim Cummings: ‘Klopt. Toen ik zo’n twaalf jaar geleden van de filmacademie in Boston kwam, wilde ik meteen mijn eigen films gaan maken, maar ik merkte al snel dat niemand een onervaren joch van 21 daar geld voor wil geven. Dus besloot ik eerst maar films van vrienden en kennissen te gaan produceren, met het idee: hoe meer ik van het proces af weet, hoe meer ik straks bij mijn eigen films de touwtjes in handen kan houden.’

Tussen alle kleine, artistieke films waarbij u betrokken was, staat verrassend genoeg ook de blockbuster Captain America: The Winter Soldier.
‘Daar heb ik inderdaad een jaar lang aan meegewerkt, dat was een ontluisterende ervaring. Het leek me op zeker moment wel verstandig om naar Hollywood te trekken en daar een netwerk op te bouwen. Ik kon toen een simpel baantje krijgen bij Industrial Light & Magic, het bedrijf dat de special effects van Marvelfilms verzorgt. De gewone werknemers waren leuke, gedreven lui, maar ik merkte dat de mensen aan wie we moesten rapporteren helemaal niks om films gaven. Het gros van die producenten ziet zo’n film gewoon als een verplicht nummer om speelgoed te kunnen verkopen, want daar verdien je uiteindelijk het meest aan. Ik was hierdoor zo van slag dat ik prompt weer weg wilde uit Hollywood. Daarna werkte ik nog een poosje bij de site CollegeHumor, waar ik suffe sketchfilmpjes produceerde en nog ongelukkiger werd. Het stak me dat niemand echt z’n best deed. Ik dacht: volgens mij kan ik dit beter. Dus besloot ik tijdens de autoritten naar het werk een filmpje te bedenken dat ik zelf zou kunnen maken. Dat werd Thunder Road. Aan die grafrede heb ik in de auto eindeloos zitten schaven.’

'Schiet een idee nooit zomaar af omdat je vooraf bang bent dat het niet zal lukken'

Jim Cummings

Jim Cummings als politieagent Jim Arnaud in Thunder Road

Waarom een grafrede?
‘Een vriend van me had het ooit meegemaakt: een begrafenis waarop een zoon een lied zong voor zijn overleden moeder. Dat was ontroerend geweest, vertelde hij, maar ook ongemakkelijk, omdat die zoon erg emotioneel was. Ik zag daar meteen een potentiële scène in, waarbij het de uitdaging zou zijn om recht te doen aan zowel de humor als de tragiek van de situatie. Ik hou van de animatiefilms van Pixar, waarin ook altijd zo’n mix van emoties zit.’

En waarom een agent?
‘Ik vind het zelf altijd erg komisch als iemand die autoriteit moet uitstralen zichzelf belachelijk maakt, zoals Charlie Chaplin in The Great Dictator. Eerst wilde ik Jimmy een mariniersuniform aantrekken, maar in de media ging het destijds veel over Black Lives Matter en politiegeweld, en toen dacht ik: als hij een agent is, krijgt de situatie vanzelf een extra dimensie. Enerzijds voelde het wel lekker om de politie een beetje te kakken te zetten, anderzijds leek het me goed om te laten zien dat agenten ook maar mensen zijn. In de speelfilm hoop ik trouwens dat je dit politieke aspect snel weer vergeet, en gewoon meegaat in het verhaal. In de VS wordt momenteel vrijwel alles door een politieke lens bekeken, daar word ik soms niet goed van.’

Qua toon is de korte film al een knappe balanceeract – het viel vast niet mee om dat uit te rekken tot anderhalf uur. Hoe beoordeelde u of scènes niet te melig of juist te ernstig zouden worden?
‘Door vooraf eindeloos te repeteren. Ik heb alle dialogen honderden keren voor mezelf uitgesproken, net zolang tot ik voelde dat ze klopten. En op de set liepen altijd meerdere producenten rond die me feedback konden geven, wat wel nodig is als je zelf acteert én regisseert. Sowieso moesten we alles vooraf minutieus oefenen, want er zit veel slapstick in de film, en dat vraagt om heel nauwkeurig camerawerk. Improviseren was er dus niet bij. We hadden ook niet het budget om veel te experimenteren.’

Hoe hoog was het budget?
‘Ongeveer 200 duizend dollar. Dat bedrag hebben we opgehaald met een Kickstarter-campagne en bijdragen van individuele investeerders. Dankzij mijn ervaring als producent kon ik vooraf heel precies berekenen hoeveel we nodig zouden hebben, en manieren verzinnen om de kosten steeds verder te verlagen; minder locaties, minder acteurs, minder rekwisieten. Die werkwijze heeft als bijkomend voordeel dat het script heel belangrijk wordt, en dat je daar dus extra je best op moet doen.’

'Twee ton is voor mij nog altijd best veel geld'

Jim Cummings

Maar zo’n beperkt budget zal toch ook weleens frustraties opleveren?
‘In mijn ervaring nauwelijks. Natuurlijk vergt het veel planning en creativiteit, maar we hebben alle medewerkers bijvoorbeeld gewoon netjes kunnen betalen. Ik weet niet hoe het met jou zit, maar voor mij is 200 duizend dollar nog altijd best veel geld. De korte versie van Thunder Road heb ik destijds gemaakt voor achtduizend dollar, en dat moest ik al echt bij elkaar schrapen. Het enige obstakel was toen het liedje van Bruce Springsteen – muziekrechten kunnen hoog oplopen. Maar gelukkig wist ik Springsteen via via persoonlijk te bereiken, en tot mijn opluchting vond hij de film geslaagd en mochten we het nummer voor een schijntje gebruiken. Dat was voor mij weer een les: schiet een idee nooit zomaar af omdat je vooraf bang bent dat het niet zal lukken.’

En qua veiligheid? In de film slaat uw personage op zeker moment een autoruit in. In Hollywood gebruiken ze daar special effects of een stuntman voor.
‘Grappig dat je die scène noemt, want daar ging het inderdaad even mis. Het was een ingewikkeld shot, en zo’n ruit kun je ook niet steeds laten vervangen, dus ik hoopte van harte dat het in één keer zou lukken. Maar toen haalde ik m’n arm open aan dat glas, en niet zo’n beetje ook. Ik heb het maar gewoon genegeerd en doorgespeeld. Naderhand heb ik wat lijm op de wond gesmeerd, want we moesten 's avonds ook nog filmen en er was geen tijd om naar de eerste hulp te gaan. Dat heeft een flink litteken opgeleverd. Maar weet je, dit is wel een van mijn lievelingsscènes geworden, omdat er een enorme energie in zit die je niet zou kunnen faken; ik was daadwerkelijk bloednerveus.’

Na het succes van Thunder Road kunt u geheid grotere films gaan maken. Toch maar terug naar Hollywood dan?
‘Ik sluit niks uit, maar ik ben er niet van overtuigd dat het nodig is. Ik wil zeker wel grotere films maken, daar ben ik nu zelfs al mee bezig, maar ik blijf er graag zelf de baas over, zowel inhoudelijk als financieel. En het is heerlijk om met vrienden en familie te werken. Als producent heb ik een paar keer met Hollywoodsterren gewerkt, en dat levert altijd gedoe op. Ze gaan er met de helft van het budget vandoor, stellen allerlei hoge eisen, nemen advocaten en agenten mee. Die slangenkuil laat ik liever links liggen.’

De korte film Thunder Road uit 2016 van Jim Cummings op Vimeo.

Meer over Thunder Road