In de nieuwe serie State of Happiness wordt de geschiedenis van Noorwegen en haar olie belicht. Een gesprek met de producente en schrijfster over clichés, Noorse identiteit en gemaakte keuzes.

Het is 1969 en al jaren wordt voor de Noorse kust vergeefs naar olie gezocht. Een voor een druipen de grote oliemaatschappijen af. Alleen het Amerikaanse Phillips Petroleum blijft stug doorzoeken. In de prachtige Noorse serie State of Happiness (originele titel: Lykkeland) volgen we niet alleen de oliecowboys van Phillips, maar ook de bewoners van het Noorse vissersdorpje Stavanger, wier levens – wanneer de olie daadwerkelijk gevonden wordt – volledig op hun kop worden gezet.

Verantwoordelijk voor State of Happiness zijn producente Synnøve Hørsdal en schrijfster Mette M. Bølstad. Beiden waren april vorig jaar op het eerste seriefestival in Cannes. Het is nu bijna vijftig jaar geleden dat het olieveld Ekofisk werd gevonden.

Was dit de aanleiding om de serie te maken?
Hørsdal: ‘Nee, dat had weinig met die datum te maken. Het was meer omdat we wilden vertellen hoe Noorwegen is geworden wat het nu is. Wat was het moment van de grote verandering? Want momenten van grote veranderingen staan garant voor goed drama. En dit was een van de grootste veranderingen in Noorwegen. In het bijzonder voor Stavanger, waar de lonen in twee jaar tijd met vijftig procent omhooggingen. Wat grote invloed heeft gehad op de aard en het gedrag van mensen.’

Bølstad: ‘Jonge mensen weten dat niet meer, maar vóór 1969 was Noorwegen dan misschien geen arm land in Europa, maar wel een van de armere. Zeker van Noord-Europa.’ Hørsdal: ‘Ik ben opgegroeid in Stavanger en weet hoe olie daar tot in hoge mate onze identiteit heeft bepaald.’

‘Als je veel verschillende soorten mensen ontmoet, zoals ik altijd doe voor ik aan het schrijven begin, dan zie je dat iedereen passie heeft.’

Mette M. Bølstad

Omdat olie jullie rijk heeft gemaakt?
Hørsdal: ‘Inderdaad, en ook omdat daar altijd op gefocust werd. Wilde je geld voor wetenschappelijk onderzoek, dan kreeg je dat alleen als je onderzoek naar olie deed. Dat is de laatste tijd iets beter, maar het is jaren zo geweest. Het was me al snel duidelijk dat als ik wilde vertellen wat de olie met onze identiteit heeft gedaan, het voor iedereen interessant en toegankelijk moest zijn. Daarom speelt onze serie zich ook voornamelijk af in Stavanger en niet op een booreiland. Want dan gaat het alleen maar over de industrie. Toen Mette [Bølstad, GB] erbij kwam had ze meteen goede ideeën over welke personages we zouden moeten gaan volgen.’

Bølstad: ‘Ik vind het altijd een zwaktebod wanneer mensen in series vertellen over ervaringen van anderen, of commentaar geven op iets in het journaal. Je moet de kijker zelf midden in die gebeurtenissen plaatsen. Onze beste zet was volgens mij het creëren van het personage Anna, de secretaresse van de burgemeester van Stavanger. Dan heb je iemand die dicht bij de macht zit. Nu zou je van haar iemand maken die heel ambitieus is, maar dat gold toen niet. Je was secretaresse en daar was je tevreden mee.

Mijn moeder was ook secretaresse, en die was heel gepassioneerd en betrokken. Mensen uit de kunsten denken vaak dat zij de enigen zijn met passie. Als je veel verschillende soorten mensen ontmoet, zoals ik altijd doe voor ik aan het schrijven begin, dan zie je dat iedereen passie heeft. Iedereen heeft dromen en wil iets moois doen. Daarom is een personage als Anna universeel en actueel, zonder dat ze nou gelijk heel ambitieus is.’

'Wij wilden laten zien dat Noorwegen amper vijftig jaar terug ook reactionair en conservatief was'

Mette M. Bølstad

In de serie speelt religie een grote rol in het leven van de Noren. Is dat nog steeds zo?
Hørsdal: ‘Nee, religie speelt nog maar een kleine rol in Noorwegen. Maar toen, en zeker in die regio, nog wel.’

Bølstad: ‘Generaties van nu denken bij religieus fundamentalisme aan gedwongen huwelijken en de nikab. Wij wilden laten zien dat Noorwegen amper vijftig jaar terug ook reactionair en conservatief was. Ik zelf ben opgegroeid op het platteland, waar we toen nog heel religieus waren. Ik mocht niet eens dansen. En er was geen wetenschap op school, geen evolutieleer. Nu denk je misschien aan Syrië, maar dat was Noorwegen vijftig jaar terug.’

De serie speelt zich af tussen 1969 en 1971. Waren er nog clichés die u wilde vermijden?
Hørsdal: ‘Het moest in ieder geval geen styleshow worden, of om te lachen. Iets wat nogal eens gebeurt als het over de jaren zeventig gaat. Als we al clichés gebruiken dan is dat om ze op een gegeven moment om te draaien.’

Bølstad: ‘Want clichés zijn een goed startpunt. Veel beter dan wanneer je zo subtiel en eigenzinnig met een personage begint dat er niets meer overblijft. Neem de Amerikaan Jonathan Kay, een cliché met een cowboyhoed. Hij spreekt Texaans en haat Stavanger. Hij is het totale cliché van de Amerikaanse Coca-Cola Kid die geld wil verdienen. Maar gaandeweg bewijst hij dat hij anders is dan we dachten. En dat maakt hem sympathiek. Het is goed om met brede personages te beginnen en ze pas daarna subtieler te maken. En het mooie van series is dat je daar de tijd voor hebt.’

Zou je het verhaal van State of Happiness ook in een film kunnen vertellen?
Hørsdal: ‘Nee. Films zijn heel geschikt voor spectaculaire dingen, maar in een serie kun je subtiel zijn. Veranderingen in films vinden vaak van het ene op het andere moment plaats, in series kan je daar hele afleveringen over doen.’

Bølstad: ‘Het verhaal van een film kun je samenvatten in drie zinnen. Een serie is zo’n beetje het tegenovergestelde. Die heeft geen geniale pitch of een briljant idee nodig, want een briljant idee is na anderhalf uur op. Dan begint een serie pas, dus moet je een interessante plek creëren waar je tijd wil doorbrengen. Met veel verschillende personages die je interesseren en die je wil volgen.’

State of Happiness is te zien op lumiereseries.com en de serie is te koop op dvd.

Meer over State of Happiness