Twee belangrijke Nederlandse filmtheaters, Rialto in Amsterdam en Plaza Futura in Eindhoven, doen niet mee aan het digitale project CinemaNet Europe. Ze zijn het niet eens met de voorwaarden van het contract en vinden het financiële risico te groot. Het meedoen van het Rotterdamse filmhuis Lantaren/Venster is nog onduidelijk.

Initiator van het project, Kees Rijninks van het Nederlands Fonds voor de Film, vindt het 'jammer' dat een aantal deelnemers afhaakt, maar is 'blij met de 35 anderen die wel meedoen'. Cinema-Net Europe is het eerste digitale cinema- netwerk ter wereld.

Het netwerk wil een podium zijn voor de arthouse- en artistieke films. Filmtheaters die participeren krijgen goedkoop de beschikking over apparatuur om digitale films te vertonen, maar worden verplicht een bepaalde hoeveelheid Nederlandse documentaires te programmeren.

De verspreiding van digitale film is goedkoper en gemakkelijker dan die van traditionele films. Bovendien is de kwaliteit van de digitale film bijna net zo goed als die van gewone film.

Wiepko Oosterhuis van filmtheater Plaza Futura vindt de koppeling tussen vertoning van Nederlandse documentaires en digitalisering van filmtheaters 'niet alleen onzuiver maar uiteindelijk ook contraproductief'. 'De verplichting Nederlandse documentaires te programmeren gaat ten koste van andere films die je wilt vertonen.' Zakelijk gezien vindt hij het risico te groot: 'Het kost een hoop geld als je films programmeert die niet lopen en we kunnen van tevoren niet zeggen of de verplichte voorstellingen veel bezoekers opleveren.'

De kritiek van Rialto richt zich voornamelijk op het gesloten systeem van het netwerk en de rol van het Nederlands Fonds voor de Film. 'Het Fonds bepaalt wat er wel en niet gebeurt. Dat lijkt monopolistisch', zegt directeur Walravens van Rialto.