Het jaar van Hitler, Jezus en Floris

Jaaroverzicht van VPRO Gids

We hadden een extreem bloederig verslag van de kruisiging van Jezus, zagen hoe Hitler chocoladetaart at, en moesten tot onze ontzetting vaststellen dat de kleinzoon van Floris een watje is. De hoogte- en dieptepunten van het filmjaar 2004.

Integratie?
Met de moord op Theo van Gogh verloor de Nederlandse cinema een bijzonder eigenzinnige (en dus interessante) filmmaker. De bioscooppremière van 0605 - zijn reconstructie van de moord op Fortuyn - volgt eind januari, maar in 2004 verschenen van hem het gewraakte Ayaan Hirsi Ali-pamflet Submission I en de film Cool, waarin het leven op het heropvoedingsinstituut Glen Mills centraal staat.
Beide films laten zich uit over de positie van moslims in Nederland. Van Gogh koesterde zoals bekend grote achterdocht tegenover de moslimgemeenschap, maar in Cool toont hij ook begrip en compassie voor zijn Marokkaanse hoofdrolspelers, die hij zo van de Glen Mills-school plukte.
Integratie van moslims in de westerse wereld vinden we ook in Albert ter Heerdts Shouf shouf habibi! (waarin we vooral geacht worden te lachen om de verschillen ), het Engelse Ae Fond Kiss... van Ken Loach (over het slagveld dat in een Pakistaanse familie wordt aangericht als hun zoon een relatie begint met een blanke, katholieke vrouw) en het Duitse Gegen die Wand van Fatih Akin (dat in keiharde beelden de gespleten werkelijkheid van Turkse immigranten in Duitsland schildert). Overigens: in geen van bovengenoemde films is sprake van iets wat op integratie zou kunnen lijken.

Van eigen bodem
Een kleine twintig Nederlandse films gingen dit jaar uit. En hoeveel daarvan zullen we ons over een paar jaar nog herinneren? Niet veel. Opvallend waren: Shouf shouf habibi!, omdat het de eerste Nederlandse multiculti-komedie was; Simon van Eddy Terstall , omdat het met afstand de beste Nederlandse film (vier Gouden Kalveren) van het jaar was, en Ellis in Glamourland van Pieter Kramer, omdat Linda de Mol haar eigen filmdebuut financiert en het er tegen de verwachting in heel aardig vanaf brengt. Verder waren het weer alleen de familiefilms (In Oranje, Floris, Pluk van de Petteflet) die boven de streep bleven.

De Europese cinema
Met een ongekend groot aantal Italiaanse titels in de bioscoop zou je denken dat de Italiaanse cinema weer helemaal terug is. Dat valt nog te bezien! De generatie van de babyboomers met gevestigde namen als Marco Bellocchio ( Buongiorno, notte), Marco Tullio Giordana (La meglio gioventú) en Bernardo Bertolucci (The Dreamers) liet nog eens zien hoe goed ze wel is. Maar wat er daarna komt stemt vooralsnog weinig hoopvol. Te veel wereldvreemde plattelandsdrama's als Ballo a tre passi of Due Amici, en een slechts af en toe een uitschieter als L'Imbalsamatore.
Ook de Engelse cinema leunt hopeloos op vaste oude waarden als Ken Loach en Mike Leigh. Duitsland heeft die nog nauwelijks en enkele nieuwkomers - Fatih Akin en Oliver Hirschbiegel - zijn hard bezig om het regionalisme, waaronder de Duitse cinema zo lang gebukt ging, te ontstijgen.
Frankrijk blijft met zijn machtige industrie een vaste waarde . Grootste verrassing dit afgelopen jaar is de veelzijdige Spaanse cinema. Onder de zes genomineerde films voor de European Film Awards bevinden zich niet voor niets zowel de laatste van Pedro Almodóvar als de nieuwste van Alejandro Amenábar.

Zieltogend creatief Hollywood
De tendens van een zieltogend creatief Hollywood heeft zich ook in 2004 voortgezet. De door hebzuchtige zakenmensen geleide studio's spelen steeds meer op safe. Zo wemelde het van de met steracteurs bevolkte bloedeloze sequels, remakes en stripverfilmingen. En Hollywood blijft zijn speeltje van de digitale effecten koesteren. Dat levert weliswaar hoogstaande animatiefilms op als Shrek 2, maar evenzeer zouteloze spektakelfilms (Troy, King Arthur), waarvan het script zich gemakkelijk op de achterkant van een luciferdoosje laat samenvatten. Geen nood; als we geen goede verhalen meer kunnen verzinnen, dan duiken we gewoon in de geschiedenis. En zo worden we steeds meer overspoeld met een oneindige reeks ' biopics'. Met onder anderen Jezus (The Passion of Christ), Alexander de Grote ( Alexander), Cole Porter (De-Lovely) en J.M. Barrie (Finding Neverland) heeft u al opnieuw kennis kunnen maken. Howard Hughes (The Aviator) en Ray Charles (Ray ) staan voor de deur.

Met dank aan HBO
De onafhankelijke Amerikaanse cinema heeft het moeilijk. Maar gelukkig is er nog het Amerikaanse hbo (Home Box Office), de grootste betaalzender in de wereld. hbo besloot halverwege de jaren '80 de grenzen van het hedendaagse drama te verleggen door zelf speelfilms te gaan produceren. Het zwakke punt daarvan was dat de voor Amerikaanse begrippen tamelijk gewaagde onderwerpen, met een nadruk op sociaal relevante thema's, zo'n conventionele vorm hadden. Meer dan deugdelijk gemaakte tv-films waren het eigenlijk niet. Dat veranderde toen in 1999 officieel hbo Films in het leven werd geroepen, een divisie die over grotere budgetten en bijgevolg meer prestigieuze namen mocht beschikken. Dat heeft zijn vruchten afgeworpen: want wat nu onder de noemer hbo valt, onderscheidt zich flink van de Hollywood mainstream, zowel inhoudelijk als qua vorm. Fraaie voorbeelden daarvan waren in afgelopen jaar Elephant, American Splendor en Maria Full of Grace. En wat te denken van Mike Nichols' intrigerende tv-adaptatie van Tony Kushners aidsdrama Angels in America?

Het jaar van Goed en Kwaad
De twee grootste filmhypes van het afgelopen jaar richtten zich heel toepasselijk op het vleesgeworden Goede (The Passion of the Christ) en het vleesgeworden Kwaad (Der Untergang). Maanden voor beide films de Nederlandse bioscopen bereikten verschenen er al opgewonden artikelen in de pers. Niet over de filmische kwaliteiten, maar over de intenties van de makers.
Passion- regisseur Mel Gibson, een oer-conservatieve katholiek, zou met zijn film over de laatste twaalf uur van Jezus Christus anti-semitische gevoelens aanwakkeren en zich bovendien vergalopperen in het overdadige gebruik van geweld. Regisseur Oliver Hirschbiegel zou in Der Untergang, over de laatste dagen van Hitler in zijn Berlijnse bunker, de Führer te veel als mens hebben afgeschilderd. Een dierenvriend en ook nog gek op chocoladetaart.
Beide regisseurs wierpen de beschuldigingen ver van zich en wezen erop dat ze alleen maar op zoek waren naar De Waarheid. Ze begrepen niet dat bij een hype De Waarheid als eerste sneuvelt.
Geen documentairediscussie?
Geen verhitte discussies in 2004 of het wel verantwoord is binnen documentaires situaties naar je hand te zetten. Geen recensent die zich druk maakte over de hybride vorm van succesnummer The Story of the Weeping Camel dat wel heel fors tegen de fictiefilm aanleunde. Als er al stof opdwarrelde, was dat door de irritatie die de egodocumentaires van Michael Moore en Morgan Spurlock opriepen. Het grote publiek had daar geen boodschap aan en ontving hun Fahrenheit 9/11 en Super Size Me met dezelfde open armen als waarmee ze vorig jaar Être et avoir omhelsden. De documentaristen van eigen bodem weerden zich kranig, zonder tot echt grote hoogte te stijgen. Hollands Licht had een gouden uitgangspunt, maar ging uiteindelijk ten onder aan een overdosis aan esthetiek. Ook John Appels fraai ogende The Last Victory leed aan een gebrek aan substantie. Inhoudelijk gezien was het schijnbaar oppervlakkige onderwerp van Ramon Gielings Cruijff-film Johan Cruijff - En un momento dado wellicht nog het meest bevredigend.

Actrice van het jaar: Scarlett Johansson
Opvallende bijrollen in zowel Ghost World (2000) als The Man Who Wasn't There (2001) wezen al op het enorme talent van Scarlett Johansson, maar dit jaar werd de pas 20-jarige actrice dankzij Lost in Translation en Girl with a Pearl Earring een heuse ster. Ze was perfect als de in een megahotel in Tokio gestrande Amerikaanse die een ongewone romance beleeft met een oudere acteur (Bill Murray); en was met haar grote ogen en volle lippen ook volkomen geloofwaardig als Vermeers 'meisje met de parel'.
Johansson heeft een voor Hollywood unieke combinatie: jeugdige schoonheid en een volwassen uitstraling. Ze is sexy én intelligent. En nu dan ook een superster. Het nieuwe gezicht van Calvin Klein, een hoofdrol naast Tom Cruise in Mission Impossible III en - het ultieme bewijs dat je het als jonge actrice gemaakt hebt - een rol in het vooralsnog titelloze Woody Allen Summer 2005 Project.

Javier Bardem: acteur van het jaar
Bijna hadden we 2004 in- en uit kunnen luiden met een meesterlijke rol van de Spaanse acteur Javier Bardem. Zijn nieuwste film Mar Adentro, die hem in Venetië de zoveelste onderscheiding opleverde, werd net naar het nieuwe jaar getild. De veelzijdige Bardem speelt daarin een zwaar gehandicapte man die een dertig jaar lange strijd voert voor euthanasie. Hij doet dat op dezelfde ongeëvenaarde wijze als waarmee hij eerder dit jaar gestalte gaf aan de elegante, onkreukbare politieinspecteur in The Dancer Upstairs en aan de trotse, dikbuikige arbeider in Los Lunes al Sol. Daarnaast had hij nog een sterke gastrol als drugsbaron in Collateral. Het is niet verwonderlijk dat elke regisseur met wie hij werkt hem steevast tot de beste acteur van zijn generatie uitroept. De 36-jarige Bardem behoort tot een zeldzaam ras acteurs. Is groots in de wijze waarop hij steeds weer in een andere gedaante kruipt, wars van elke ijdelheid, en in staat een breed scala aan complexe emoties over te brengen.

Net Niet
Er is een handvol regisseurs van wie iedere nieuwe film de belofte van een nieuw meesterwerk inhoudt. Simpelweg omdat de regisseur in kwestie er zijn naam aan verbonden heeft. Slechts een enkele acteur is het volgen waard, en dan alleen als hij zo gewild is dat hij de regisseurs voor het kiezen heeft. Want alleen dan kan hij werken aan een eigen oeuvre.
Iemand als Tom Hanks kan dat. Opvallend genoeg figureert hij dit jaar in twee films die het nét niet waren: Steven Spielbergs The Terminal en The Ladykillers van de gebroeders Coen. Knappe films (en buiten het bereik van de meeste filmmakers), maar gezien de regisseurs hadden ze nóg beter moeten zijn. Meer voorbeelden? Collateral van Michael Mann ( clichématig einde), The Company van Robert Altman (zwalkt), In the Cut van Jane Campion (potsierlijke thrillerelementen) en Le temps du loup van Michael Haneke (zelfingenomen).
Nee, 2004 was geen groot jaar voor de grote namen.