Enkele jaren geleden verschenen er veel videogames op de markt die gebaseerd waren op films en gebonden waren aan de bioscoopreleases. De trend was dat er veel titels verschenen, maar vaak van slechte kwaliteit. Gamers willen nu de beste kwaliteit, en dat kost geld en tijd. Het resultaat is een sterke inkrimping van de productie van games.

De productie van op films gebaseerde games gaat de laatste jaren gestaag achteruit. Zo meldt de LA Times dat het in 2008 negentien titels waren, in 2009 vijftien en dat er dit jaar naar verwachting elf worden uitgebracht. Voor 2011 zijn er tot nu toe slechts vier films officieel bekend gemaakt. Bij groots aangekondigde films van deze zomer zoals Robin Hood (Ridley Scott), The A-Team (Joe Carnahan) en Inception (Christopher Nolan) hadden bijvoorbeeld videogames gepast, maar die zullen er niet komen.

Deze afname is een opmerkelijke ontwikkeling aangezien films en games het laatste decennium steeds meer met elkaar leken te versmelten. Enerzijds werden films geïnspireerd door videogames, zoals Lara Croft: Tomb Raider (2001). Anderzijds, en dat vooral, kreeg vrijwel iedere blockbuster een eigen game, zoals Batman Begins (2005) en Spider-Man 3 (2007). Vaak niet zonder succes. In 2006 was de verkoop van games in de Verenigde Staten dan ook goed voor zo’n tien miljard dollar. De films leken eerder mee te liften op het succes van de game, dan andersom.  

De ontwikkeling van succesvolle Hollywood-games staat nu stil. De consument vindt de kwaliteit van de games niet goed genoeg. Zo werd het Avatarspel door veel gamers slecht beoordeeld. Hoewel spelmaker Ubisoft aanvankelijk sprak van uiterst teleurstellende cijfers, werden uiteindelijk toch 2,7 miljoen exemplaren verkocht. Maar de gestegen verkoop ging vooral gepaard met de prijsverlaging in combinatie met de aankoop van een dvd of Blu-Ray van de film. De game lijkt nu de film weer nodig te hebben om succesvol te zijn.

Spelmakers willen bovendien nauwelijks meer produceren voor Hollywood vanwege de tijdsdruk die ze opgelegd krijgen door de studio’s. Het produceren van hoge kwaliteitsgames kost twee of drie jaar tijd. Omdat dat meestal langer is dan het maken van een film , wordt de productie vaak opgejaagd om de game gelijktijdig met de film uit te kunnen brengen, wat de kwaliteit niet ten goede komt. Deze praktijk wordt door veel gamebedrijven bekritiseerd, en enkele bedrijven zijn helemaal gestopt met de productie van de door films geïnspireerde games.

De filmstudio’s zijn de dupe van de ontevreden consumenten en de terugkrabbelende gameproducenten. De dalende productie heeft grote financiële gevolgen voor de filmstudio’s die miljoenen verdienden met het afgeven van een licentie voor een spel. De filmstudio’s Warner Bros en Disney hebben als oplossing eigen afdelingen opgericht om games te produceren en distribueren. Er worden door studio’s ook andere oplossingen bedacht, zoals het inspelen op de snel groeiende markt van games die op internet verspreid en gespeeld kunnen worden. Opvallend is dat vooral de games voor kinderen het goed blijven doen. Negen van de elf op films geïnspireerde games die dit jaar worden uitgebracht zijn verbonden aan een familiefilm, zoals Toy Story 3.