Presumed Guilty gaat over straatverkoper Antonio Zuñiga uit Mexico City, die tot tweemaal toe valselijk werd berecht voor moord. Advocaten en filmmakers Roberto Hernández en Geoffrey Smith gingen op pad om machtsmisbruik en corruptie binnen het nationale rechtssysteem aan te kaarten. De film verscheen in 2011 en werd binnen een maand verboden door de Mexicaanse overheid.
 
Desalniettemin werd Presumed Guilty een groot succes op het internet, waar de film illegaal voor een miljoenenpubliek werd verspreid. Maar de autoriteiten gingen niet overstag. De twee makers werden gearresteerd en voor een handvol aanklachten voor het gerecht gesleept. De basis daarvoor zou voornamelijk liggen bij de claim van enkele getuigen die in de film verschijnen. Zij gaven toe in de zaak tegen de straatverkoper onjuist te hebben gehandeld, maar zouden nooit toestemming hebben gegeven om in de documentaire te verschijnen. Hun deelname zou ertoe hebben geleid dat ze op straat worden herkend en beschimpt.
 
Edgar Elías Azar, de rechter in de zaak, zei over de controverse: ‘We kunnen deze mensen, die compensatie zoeken voor de exploitatie van hun verhaal, hun leven en hun imago, niet zomaar de rug toekeren.’
 
Volgens Hernández is de vrijheid van meningsuiting in het geding. ‘We worden tot bloedens toe geprocedeerd,’ zegt hij. ‘Dit is een verschrikkelijke boodschap naar journalisten die in onze voetstappen willen treden.’ Daarnaast is hij door een anonieme beller al meerdere malen met de dood bedreigd. ‘Hij zei dat ik me moest inhouden. Bij de eerste bedreiging draaiden ze er nog wat omheen, maar de tweede keer werd me direct gezegd dat ze me anders zouden vermoorden.’
 
De regisseur verdenkt de rechtbank hardop van wraak voor de manier waarop Presumed Guilty het Mexicaanse rechtssysteem aan de kaak heeft gesteld.