Ooit vloog er nog een vliegtuigje om de wereldbol in het Universal-logo. In die tijd stond Universal voor sfeervolle, expressionistische en sensationele horrorfilms. Alle grote Hollywoodmonsters uit de jaren dertig en veertig kwamen tot leven bij Universal: Dracula, het Monster van Frankenstein, het Spook van de opera, de Mummie, de Onzichtbare man, de Weerwolf. Met Lon Chaney Jr., Boris Karloff en Bela Lugosi als huisgriezels en regisseurs als James Whale en Karl Freund maakte producer Carl Laemmle films die bij de critici niet altijd in goede aarde vielen, maar die tegenwoordig gelden als mijlpalen van de fantastische cinema.

Universal eert deze klassiekers nu met acht prachtige dvd-releases, die tezamen ook in een dubbel-digipack zijn verschenen als de 'Classic Monster Collection'. De set bevat de eerste twee Frankenstein-films (uit 1931 en 1935), Dracula (1931, met de archetypische titelrolvertolking door Bela Lugosi), The Mummy (1932), The Invisible Man (1933), The Wolf Man (1941), Phantom of the Opera (de Technicolor-versie uit 1943) en, als enige uitstapje naar de jaren vijftig, Creature from the Black Lagoon (1954). Een urenlange spookhuisrit langs dertien jaar Amerikaanse (genre)filmgeschiedenis, daar komt het op neer.

In de eerste plaats is dat te danken aan de uitvoerige audiocommentaren, in alle gevallen gevoerd door enthousiaste filmhistorici. Geen detail dat aan de aandacht van de heren ontsnapt, geen figurant of bijrolacteur bij wiens carrière níet wordt stilgestaan. Een boek-filmvergelijking bij The Invisible Man, citaten uit de slechte pers die The Wolf Man kreeg, een opsomming van alle films waarin het decor van Phantom of the Opera ook werd gebruikt - je kunt het zo gek niet bedenken of het komt ter sprake.

Een beetje spijtig is dat sommige commentaren 'hun' film niet helemaal serieus nemen en de aandacht te vaak vestigen op continuïteits-fouten en plotgaten. Natuurlijk werkt zo'n oude riller tegenwoordig soms onbedoeld grappig, maar een audiocommentaar moet dan juist voor tegenwicht zorgen en de film iets van zijn oorspronkelijke ernst teruggeven. En daar slagen de sprekers niet altijd in. Aan de andere kant hoor je aan alles de enorme passie voor het onderwerp af. Bij The Wolf Man: 'Het enige waarop je in weerwolf-films zit te wachten krijg je hier niet te zien. Eens kijken of u kunt raden wat dat is.'

Behalve de audiocommentaren staat er op elk schijfje een uitputtende documentaire over de verschillende film -incarnaties van de desbetreffende monsters, naast archieven met publiciteitsmateriaal, trailers en informatie over cast en crew. Niet te missen is het tien minuten durende Boo! op de eerste Frankenstein-disc: een 'Universal Brevity' waarin fragmenten uit Murnau's Nosferatu en Frankenstein door elkaar gehusseld worden tot een absurdistische nachtmerrie, compleet met melige geluidseffecten. Jammer genoeg ontbreekt op de dvd van Todd Brownings Dracula de synchroon gedraaide en volgens velen superieure Spaanse versie. Die is wel degelijk te vinden op de Amerikaanse versie, en wordt dan ook genoemd in het audiocommentaar en de documentaire.

Het beeld is in vrijwel alle gevallen optimaal van kwaliteit: scherp, contrastrijk en in het geval van Phantom of the Opera vol en warm van kleur. Krassen, vlekken, kadersprongetjes zijn bij zulke oudjes niet altijd te vermijden.

De monosoundtracks zijn ruisvrij zonder dat het geluid aan sfeer inboet. Bij Dracula kun je ook kiezen voor de sobere score die Philip Glass enkele jaren geleden componeerde. In die versie voorziet het Kronos Kwartet de - oorspronkelijk nagenoeg muziekloze - film van minimalistische strijkakkoorden. Enger wordt het daardoor niet, maar de score zorgt wel voor een mooi elegische ondertoon.

En zo blijft er dus nauwelijks iets te wensen over. Petje af voor Universal, vooral ook omdat oude films nog te vaak verminkt en liefdeloos op dvd worden gepleurd.