Het meisje heet Muriël. Ze is verlegen en een beetje bleek, maar wel leuk om te zien. Al vindt ze zelf van niet.

Muriël komt uit de provincie, maar is, als de film begint, dat leven spuugzat . Ze baalt van haar ouders, haar vriendje, haar werk. Op haar brommertje vertrekt ze naar Brussel, zoekt een baan en gaat op kamers wonen. Zo verzeilt ze in het leven de chaotische Laura, die problemen heeft met haar vriendje, die nog geen kinderen wil.

Wat volgt is uit het leven gegrepen, maar nooit voorspelbaar. De casting van Charlotte van den Eynde (Muriël) en Els Dottermans (Laura) is uitstekend. Het is opvallend hoe gemakkelijk de debuterende Van den Eynde, van oorsprong danseres, ook de moeilijke scènes tot een goed einde weet te brengen. Zo begint de film met haar plassend op de wc, waarna ze zich in close-up afveegt. Ook de verwarring, de hoop en de teleurstelling brengt ze overtuigend over.

Het goede acteren van de cast is ook de verdienste van regisseur Dorothée van den Berghe. Het enige bezwaar dat je tegen haar eerste bioscoopfilm zou kunnen hebben, is dat het camerawerk weinig ambitieus is en af en toe haar televisieachtergrond verraadt.

Meisje van Dorothée van den Berghe, Pathé 7, 14.45 uur