Voor de opnamen van All the President's Men (1976) begonnen, nam regisseur Alan J. Pakula acteur Dustin Hoffman mee uit eten en vroeg hem of hij hem in de regie ergens mee van dienst kon zijn. Hoffman antwoordde: 'Ik wil dat je mij er knapper uit laat zien dan Bob.' Pakula lachte, en Hoffman wist dat hij goed zou kunnen opschieten met de regisseur.

Bob is in deze anecdote, die Hoffman vertelt in één van de extra's op de All the President's Men-dubbeldvd, natuurlijk Robert Redford. Hoffmans tegenspeler, maar ook de producent van de film. Al in de periode dat journalisten Bob Woodward en Carl Bernstein in de Washington Post met hun onthullingen over Watergate kwamen, zag Redford er een film in. Hij bemoeide zich, zo blijkt uit de Making Of op de dvd, zelfs met het boek dat de journalisten schreven. Oorspronkelijk wilden ze een zakelijke samenvatting van de gebeurtenissen schrijven, Redford overtuigde hen ervan dat het boek persoonlijker moest worden, juist ook over Woodward en Bernstein zélf moest gaan.

Oorspronkelijk was het niet eens de bedoeling dat Redford zelf in de film zou meespelen. Maar filmstudio Warner Bros. wilde alleen geld in de film steken als hij zelf één van de hoofdrollen voor zijn rekening zou nemen .

Het pakte goed uit: juist het samenspel van Redford en Hoffman was één van de factoren in het succes van de film. De gejaagde, neurotische Hoffman tegenover de kalme Redford, ongeveer zoals Carl Bernstein en Bob Woodward ook in het echt waren. Redford kwam met het idee om ook elkaars teksten in te studeren , zodat de één de ander kon aanvullen; daardoor kwam het duo als een eenheid over.

In de Making Of wordt nog opgemerkt dat niet veel mensen aanvankelijk iets in het project zagen. Twee journalisten die vooral bij mensen aan de deur kloppen en in de meeste gevallen bot vangen, dat was toch geen film ? En de Watergate-affaire was in Amerika natuurlijk breed uitgekauwd - daar zou het publiek toch geen film over willen zien. Regisseur Pakula en scenarioschrijver William Goldman slaagden erin een sterke dramatische spanning in het verhaal te leggen, waardoor het tot het eind - dat natuurlijk al lang bekend was: Nixons aftreden - spannend bleef.

In de Making Of wordt ook uitgelegd hoe belangrijk het camerawerk van Gordon Willis was. Hij plaatste bijvoorbeeld veel lichten in de redactieruimte waar Woodward en Bernstein werkten, en gebruikte veel minder licht bij alle andere opnamen. De gedachte daarachter was dat de journalisten er op de redactie achter kwamen hoe de zaak in elkaar zat, en daarbuiten in het duister tastten. Het donkerst, en daardoor spannendst, was natuurlijk de parkeergarage waar Woodward belangrijke tips kreeg van zijn informant, Deep Throat. De dvd bevat nog een aparte documentaire over deze informant, wiens identiteit pas onlangs bekend werd.

Verder zijn er nog diverse leuke weetjes. Dat de hele redactie van de Washington Post werd nagebouwd in Hollywood bijvoorbeeld, omdat de krant niet wilde dat op de redactie gefilmd zou worden. Elke vierkante centimeter werd precies gekopieerd, en er werd zelfs authentiek afval uit de prullenmanden van de Post gebruikt. Stel je voor dat er herkenbaar Los Angeles-afval in beeld zou zijn: dat zou de geloofwaardigheid van de film flink onderuit halen.

Jammer is overigens dat het audio-commentaar door Robert Redford, wel aangekondigd op de dvd-hoes, ontbreekt. Evenals de 'Alan J. Pakula Trailer Gallery'. Slordig.

Beeldformaat: 16:9 (1:85:1)
Geluidsformaat: Dolby Digital 1.0 (mono); Engels en Frans
Ondertiteling: Nederlands, Frans
Duur: 124 minuten ( hoofdfilm); Making Of: 28 minuten; Woodward and Bernstein, Lighting the fire: 18 minuten; Out of the shadows, the man who was Deep Throat: 16 minuten; Making Of uit 1976: 10 minuten; Dinah! with Jason Robards: 7 minuten.
Distributeur : Warner Home Entertainment