De komende dagen kunnen we weer naar hartenlust een kijkje nemen in de wereld van anderen. Tien dagen lang staat Amsterdam in het teken van internationale, sociaal bewogen, geëngageerde documentaires. In de afgelopen twintig jaar is het uitgangspunt van het festival altijd hetzelfde gebleven: vinger aan de pols van de maatschappij houden. Onder het klinkende devies ‘de werkelijkheid verzin je niet,’ vindt van 19 tot en met 29 november alweer de 22ste editie van het International Documentary Film Festival Amsterdam plaats.

De feiten
Het IDFA komt voort uit het Festikon, een klein festival dat bedoeld was voor gebruik in het onderwijs en vormingswerk. In 1988 werd het festival opgericht door voormalig perschef van het Festikon Ally Derks, en haar oud studiegenoten Adriek van Nieuwenhuyzen en Willemien van Aalst .  Doel: stimulatie van de nationale en internationale documentairecultuur. Inmiddels telt het IDFA meer dan 130.000 bezoeken per jaar en ruim 2.500 gasten uit de filmwereld. Het festival wordt jaarlijks in november in Amsterdam gehouden. Derks is tot op heden festivaldirecteur van het IDFA.

IDFA 2009
22ste editie, van 19 november tot en met 29 november

Openingsfilm
War Games and the Man Who Stopped Them - Dariusz Jablonski

Hoofdgast
Documentairemaker Frederick Wiseman

Jury
In de jury van dit jaar nemen plaats: Willeke van Ammelrooy (actrice, Nederland), Geoffrey Gilmore ( Tribeca Film Festival, VS), Anders Østergaard (filmmaker, Denemarken), Jean Marie Teno (filmmaker, Frankrijk) en Jenny Westergård (commissioning editor YLE , Finland)

Kanshebbers
De VPRO IDFA Award for Best Feature-Length Documentary (voorheen VPRO Joris Ivens Award) is de belangrijkste prijs die tijdens het festival wordt uitgereikt. Ook dit jaar dingen 17 documentaires langer dan 60 minuten mee naar de prijs ter waarde van 12.500 euro. De jury heeft onder andere de keuze uit openingsfilm War Games and the Man Who Stopped Them, over de Poolse kolonel Ryszard Kuklinski die tijdens de Koude Oorlog ruim veertigduizend strategische documenten doorspeelde aan de Amerikaanse CIA. Nederland is vertegenwoordigt met Farewell van Ditteke Mensink , dat het verhaal vertelt van de Zeppelinvlucht rond de wereld, en John Appels film over gokverslaafden, getiteld The Player.

Hoogte- & dieptepunten
1988: Het eerste festival heeft plaats in de inmiddels verdwenen Amsterdamse bioscoop Alfa. Er worden zo’n tachtig documentaires vertoond en ongeveer 2000 bezoekers geteld. Birthplace Unknown van Karin Junger is de eerste Nederlandse winnaar van de Joris Ivens Award.           
1993: Beruf Neonazi doet stof opwaaien als bekend wordt dat een Duitse neonazi in deze film beweert dat de Holocaust nooit heeft plaatsgevonden. ‘De hele Balie stond vol met journalisten, camera’s , rabbi’s en woedende mensen,’ vertelt Ally Derks. ‘We hebben ze nog uitgenodigd om naar Beruf Neonazi te komen kijken maar dat weigerden ze, terwijl het eigenlijk een vrij onschuldige film was.’
2000: Als reactie op en wegens ontevredenheid over de documentaireselectie van het IDFA wordt het Shadow Festival opgericht. Deze tegenhanger van het IDFA vindt tegelijk met het festival plaats en heeft vooral aandacht voor de kunstzinnige documentaire.
2004: Het festival heeft zowel de grondlegger van de ‘direct cinema’ Albert Maysles als een van de vaders van de ‘ cinéma vérité,’ Federick Wiseman te gast. Ook maker Hubert Sauper brengt een bezoek aan het IDFA om te praten over zijn later controversiële documentaire Darwin’s Nightmare. De film kwam in opspraak omdat deze een vals beeld zou scheppen van de situatie in Tanzania. Leonard Retel Helmrich  is met zijn documentaire Stand van de Maan, die ook het festival opende, voorlopig de laatste Nederlandse winnaar van de Joris Ivens Award.
2005: Het IDFA Fonds wordt opgericht, bedoeld om een financiële ondersteuning te geven aan mensen die het onderwerp vormen van IDFA-documentaires.
2006: Het festival vindt voorlopig voor het laatst rond het Leidseplein plaats. IDFA verhuist het jaar erop naar Tuschinski en Pathé De Munt.
2007: 20ste verjaardag van het IDFA trekt een recordaantal van 145.000 bezoekers.
2007: Bert Haanstra’s Alleman wordt tijdens het festival verkozen tot Beste Nederlandse Documentaire sinds 1945. 

Handelsmerk
Het International Documentary Film Festival Amsterdam heeft al vanaf het begin een links imago opgebouwd. De documentaires die voor het festival geselecteerd worden zijn vaak progressief, maatschappelijk en sociaal geëngageerd, en worden meestal gekenmerkt door een duidelijke (politieke ) boodschap. Emigranten, globalisering, ziekte en solidariteit zijn thema’s die regelmatig voorkomen in de festivalfilms. Ook heeft de bezoeker doorgaans een ruime keuze uit documentaires over oorlogen. Zelf zegt het festival documentaires uit te zoeken die ‘filmisch gezien belangwekkend of vernieuwend zijn, die relevant zijn voor de huidige maatschappij en die de kijker ertoe brengen na te denken, te discussiëren en vragen te stellen.’

De filmwereld over het IDFA
‘De allereerste editie herinner ik mij natuurlijk het beste. Toen schonk ik zelf nog de koffie voor Ed van Thijn die het festival opende. De editie van 1988 herinner ik me ook goed, toen de aardbeving in Armenië plaatsvond. We hadden een hele groep Russische regisseurs over die onmiddellijk terug naar huis wilden. Een paar jaar later, tijdens de hausse van bootvluchtelingen die koers zetten op Miami, programmeerden we een Cubaans retrospectief. We kregen telefoontjes uit Cuba; of we de films niet wilden terugsturen, want ze waren als de dood dat Amerika er beslag op zou leggen. Ik heb drie jaar op twintig vierkante meter Cubaans filmarchief gepast.’
(Oprichter en directeur Ally Derks, 2007)

‘De hele lol van het IDFA is in- en uitlopen, op zoek naar wat je bevalt. Afgaan op de naam van een regisseur of de titel van een film, die vaak allerminst een garantie biedt.’
(Filmredacteur Bas Blokker, 2006)

‘Globalisering is het toverwoord op het IDFA-festival. Veel filmmakers wijten er ongeveer alle ellende op de wereld aan. ‘
(Filmredacteur Jos van der Burg, 2005)

Over het oprichten van het IDFA-Fonds: ‘Geert Mak had Jos de Putters Dans Grozny, dans gezien, die wij hebben geproduceerd, en sprak mij aan over het dubbele machteloze gevoel dat die film hem opleverde. Kunnen we niet iets doen voor die mensen? We  hebben toen een inzamelingsactie gehouden en van dat geld is een bus gekocht voor de dansgroep. Vervolgens ontstond het idee om de  mogelijkheid te scheppen om vaker iets te doen, omdat het een probleem is waar documentairemakers vaker tegen aanlopen. Daarom is dit fonds in het leven geroepen.’
(Producent Frank van den Engel, 2005)

‘Bij IDFA is de fixatie op zogenaamd belangrijke issues zo groot dat de kijker helemaal niet toekomt aan de vraag wat relevant voor hem is en wat niet. Het is net als bij politiek correct taalgebruik: de bedoelingen zijn goed, maar het leidt uiteindelijk tot beperking en vervlakking. Aan een vergelijkbaar goede smaak- terrorisme lijdt IDFA in hevige mate: het is niet gericht op vernieuwing maar vernauwing.’
(Directeur van het Shadow Festival Stefan Majakowski, 2005)

‘De eerste editie opende met een voorfilmpje van de Tsjechische regisseur Jan Sverak. Het was donker. Ergens in de buurt van Praag waren beestjes gesignaleerd die alleen in een sterk vervuilde omgeving konden aarden. We zagen iets glibberigs, een baby-olievretertje dat aan de knalpijp van een auto werd gelegd , omdat het CO2-tekort had. En opeens, na tien minuten, begon Fred Wiseman als eerste middenin de zaal keihard te lachen, en toen ging de hele zaal mee, en begreep iedereen dat het filmpje fake was.’
(Ally Derks, 2007)

‘IDFA is onbetwist het belangrijkste documentairefestival ter wereld. En ja – er draaien veel documentaires waarin maatschappelijke vraagstukken aan bod komen . Deels omdat filmmakers zich steeds bewuster worden van hun rol in de samenleving. Deels omdat het publiek dat soort films het liefst ziet. 61 procent van de bioscoopbezoekers gaan naar een documentaire vanwege het onderwerp. Voor die grote groep is esthetiek blijkbaar niet echt een issue.’
(Hoofd Documentaire bij het Filmfonds Kees Ryinks, 2005)

‘Ook erg: IDFA heeft een tijdje een Fipresci-jury gehad, de club van internationale critici. Critici van enige betekenis hadden geen tijd, dus het waren altijd journalisten van tweede of derde garnituur. Toppunt was een Australische dame die geen Fipresci-lid was maar door de secretaris-generaal tot tijdelijk lid was verklaard maar met die status uiteindelijk niet mee mocht stemmen. Iemand die de hele week praatjes had maar niet meetelde. Afgeschaft die jury, terecht.’
(Filmredacteur Peter van Brueren, 2006)

‘IDFA is medeplichtig aan de tv-smaak. Het festival doet er alles aan de omroepen te gerieven door de deuren voor de commissioning editors wijd open te zetten. Het beleid van Ally Derks stoelt op twee pijlers: ze wil aan de ene kant met films minder bedeelden helpen. Aan de andere kant kruipt ze door het stof voor de omroepbonzen. Eén partij wordt opmerkelijk genoeg over het hoofd gezien: de filmmaker.’
(Tv- criticus Hans Beerekamp, 2005)

‘Ally Derks en haar staf worden graag geëmotioneerd, dus vertoont IDFA graag sociale films, die eerder journalistiek zijn dan kunstzinnig. En het IDFA-publiek ziet die films ook graag.’
( Documentairemaker Niek Koppen, 2005)