‘De perfecte scène is er een waarbij je wegkijkt omdat je het niet kunt uithouden,’ zo betoogt Michael Haneke in het bonusmateriaal op de dvd van Das weisse Band.

adads

Het nieuwste meesterwerk van de Oostenrijkse cineast, waarvoor hij in Cannes eindelijk de Gouden Palm won, bezit net als zijn eerdere werk (Funny Games, Caché) een aantal momenten die op zijn minst in de buurt komen van dat ideaalbeeld. Met als beste voorbeeld de scène waarin de dokter (Rainer Bock) van een protestants Duits dorp anno 1913 zijn gouvernante met een ijzingwekkende kalmte verbaal fileert: ‘Mijn God, kan je niet gewoon sterven.’

‘Hoe kun je je als acteur op zo’n scene voorbereiden?’, vraagt een journalist tijdens de persconferentie in Cannes – ook op de dvd te zien. Bock: ‘Ik weet niet of je je daarop kunt voorbereiden. Als acteur heb ik geprobeerd het slechte in het personage te vinden, wat me niet volledig vreemd is. Dat is voor veel mensen niet vreemd. We hebben allemaal een lichte en een duistere kant.’ 

De uitgebreide extra’s bieden ook vooral een inkijkje in de sombere ziel van Michael Haneke, een man die vaak gekarakteriseerd wordt als nors en pessimistisch. Uit de nogal fragmentarische Making of en een fraai, 50-minuten durend portret komt echter vooral het beeld naar voren van een man die leeft voor zijn werk.  Met als gevolg dat hij op de set nog al eens te keer kan gaan, als wat hij in zijn hoofd heeft zitten niet door anderen wordt uitgevoerd. ‘Mijn hoogste principe is om zo nauwkeurig mogelijk te zijn,’ aldus Haneke. 

Honderd Roemeense figuranten kunnen dat laatste vast beamen. Haneke liet ze helemaal naar Oost-Duitsland overkomen omdat hij nergens anders nog mensen met ‘ door weer en wind doorleefde boerengezichten’ kon vinden. En het is ook de regisseur zelf die in de Making of te zien is terwijl hij de baarden van de figuranten inspecteert. De meeste worden te modern bevonden.  

Over zijn vermeende pessimisme heeft de filmmaker zelf het laatste woord: ‘ Pessimisten zijn zij die films maken die de kijkers dom houden. Zij denken dat het sowieso niet loont om over echte dingen te spreken. Het is juist cynisch kijkers geld te vragen om hen schijnbaar gerust te stellen.’