Een man, een rolstoel en een warme kamer vormen de basisingrediënten van Porfirio van de Braziliaanse regisseur Alejandro Landes. Een film over frustratie, waardigheid en de tijd die onvoorstelbaar traag voortglijdt.

De Colombiaan Porfirio Ramirez zit dankzij een verdwaalde politiekogel in een rolstoel. Hij verwacht hiervoor financiële compensatie van de staat, maar die laat het afweten. Op een dag neemt Porfirio het lot in eigen handen. Hij kaapt een vliegtuig om zo aandacht te vragen voor zijn situatie.

Voldoende ingrediënten voor een bloedstollende thriller. Maar dat is Porfirio allerminst . Landes richt zich in dit waargebeurde verhaal helemaal op de tragiek van de man in de rolstoel. Hij laat de vliegtuigkaping grotendeels buiten beschouwing.

De kalende vijftiger Porfirio is totaal afhankelijk van de hulp van zijn zoon Lissin en zijn buurvrouw Jasbleidy. Buurvrouw zorgt voor wat afleiding door af en toe de lakens met haar buurman te delen. Porfirio mag dan wel in een rolstoel zitten, seksueel is hij allesbehalve gehandicapt.

Dat is dan ook gelijk een van de weinig lichtpuntjes in zijn bestaan. Porfirio brengt zijn dagen in eenzaamheid door in een warme lege kamer. Hij woont in het stadje Florencia bij de Colombiaanse jungle. Met de verkoop van belminuten verdient hij een schamel inkomen.

Landes heeft tijdens het filmen steeds gekozen voor Porfirio’s perspectief, waardoor het gevoel van eenzaamheid en onmacht wordt versterkt. De film is in cinemascopeformaat gedraaid, een breedbeeldtechniek die vaak bij natuurfilms wordt gebruikt. Door Porfirio steeds in het midden van het brede scherm te plaatsen, vormt hij voor de kijker het centrum van een geïsoleerd universum.

Landes maakt pijnlijk duidelijk dat het leven van gehandicapten zonder geld in Colombia geen lolletje is. Wat de film bijzonder maakt is feit dat Porfirio zichzelf speelt. Met deze speelfilmdocumentaire heeft Landes eigenhandig een geheel nieuw genre geschapen.

Voor iemand die nog nooit heeft geacteerd levert Ramirez een geweldige prestatie. Op het eind van de film zingt hij een lied dat zijn levensverhaal samenvat. Hij is geen zielige man in een rolstoel. Hij is een luchtpiraat die zijn waardigheid terugkreeg door zelfstandig te handelen.

Porfirio is niet bedoeld voor Henk en Ingrid, zoveel is duidelijk. Landes wil met zijn film vooral een gevoel overbrengen, zo zegt hij in verschillende interviews. Dat is gelukt. Al is het dan wel een bijzonder ongemakkelijk gevoel.