Die Ben Affleck. Bij gebrek aan goede rollen schreef hij begin jaren negentig als beginnend Hollywoodacteur met maat Matt Damon de film Good Will Hunting, waarin ze samen ook de hoofdrollen speelden. Ze wonnen een Oscar voor het scenario en waren even de helden van Hollywood.

Damon bleef alom geliefd, Affleck een stuk minder. Hij speelde in slecht ontvangen films als Armageddon, Forces of Nature en Daredevil, werd veel bekritiseerd om zijn matige acteerwerk (uitgedrukt in o .a. acht Golden Raspberry-nominaties) en haalde vaak de roddelpers met aanstellerig sterrengedrag.

Toch is die Oscar geen toevalstreffer gebleken. In 2007 verraste de acteur met zijn regiedebuut Gone Baby Gone, een sfeervolle misdaadfilm naar een roman van Dennis Lehane , en in 2010 volgde het al even geslaagde The Town,  naar een boek van Chuck Hogan. Nu komt Affleck met de politieke thriller Argo, die hem wel eens een tweede Oscar zou kunnen gaan opleveren.

Argo is gebaseerd op een artikel dat in 2007 in het blad Wired verscheen: ‘How the CIA Used a Fake Sci-Fi Flick to Rescue Americans from Tehran’. Het is een van de maffere episoden uit de CIA-geschiedenis. In 1979 wordt een groep Amerikanen gegijzeld in hun ambassade in Iran. Zes medewerkers weten te ontsnappen en duiken onder bij de Canadese ambassadeur. Als ze daar worden gevonden wordt dat zeker hun dood, dus moet de CIA hen zo snel mogelijk het land uit zien te halen.

Voor zulke klusjes heeft de inlichtingendienst een expert: agent Tony Mendez (gespeeld door Affleck zelf). Die stelt voor met behulp van vriendjes in Hollywood een nepfilm te produceren, die zogenaamd in het Midden-Oosten zal worden opgenomen. Vermomd als Hollywoodproducent kan hij dan naar Iran afreizen om de Amerikanen het land uit te smokkelen.

Affleck presenteert de geschiedenis als een spannende thriller met overtuigende seventies-look, een vleugje feelgood, en verrassend veel humor. De eerste helft , over de productie van de nepfilm – een slap aftreksel van Star Wars met de titel Argo – biedt een leuk satirisch inkijkje in Hollywood, met glansrollen voor Alan Arkin als cynische producent en John Goodman als goedmoedige grimeur. De tweede helft, in Iran, biedt tamelijk traditionele maar effectieve Hollywoodsuspense.

Een topacteur is Affleck nog altijd niet; zijn hoofdrol is prettig ingetogen, maar blijft wat vlak. Hij heeft zich echter omringd met allemaal puike tegenspelers ( o.a. ook Bryan Cranston en Philip Baker Hall) en weet in het ietwat zoete slot toch nog te ontroeren.

Het moet raar lopen als Argo geen belangrijke Amerikaanse filmprijzen in de wacht sleept. Ga maar na: de film is patriottisch, geschikt voor een breed publiek én een lofzang op de kracht van cinema. Dat Ben Affleck zo’n Amerikaans droomverhaal ook nog eens smaakvol weet op te voeren, is een bewonderenswaardige prestatie.