Dreadlocks en reggae, dat is Bob Marley voor de meeste mensen. Regisseur Kevin Macdonald kijkt veel verder dan de muziek en het uiterlijk van de Jamaicaan en verzamelt een onwaarschijnlijke hoeveelheid persoonlijke verhalen, bijzondere beelden en unieke geluidsfragmenten. Hij vangt daarmee de ziel van de vroeg overleden zanger en smeedt er een van de beste muziekdocumentaires van de laatste decennia van.

Wat opvalt is de enorme diepte die Macdonald aanbrengt, ongetwijfeld bereikt door talloze uren research. In de kleinste dorpjes van Jamaica zijn familieleden of vrienden gevonden die kleurrijke herinneringen ophalen aan de altijd vrolijke Marley als jochie en tiener. In Duitsland werd een oude zuster opgeduikeld die hem tegen het einde van zijn leven tegen kanker behandelde in een holistische kliniek en zijn beste vrienden vertellen hoe het voor Bob was om als halfbloed op te groeien. Zo vormen zaken die normaal als detail genoemd zouden worden opeens een belangrijk onderdeel van het beeld dat van Marley ontstaat.

Natuurlijk is er aandacht voor nummers als ‘No Woman, No Cry’ of ‘Get Up, Stand Up’, maar even belangrijk is de muziek die Marley maakte voor hij zich bij de Rastafaribeweging aansloot. Macdonald laat vervolgens zien hoe die muziek zijn creativiteit en denkbeelden langzaam over de wereld liet uitwaaieren. Van eenvoudige zanger werd Marley een voorbeeldfiguur, een voorvechter van sociale en politieke zaken die onvermoeid bleef optreden, zelfs als er traangasgranaten om hem heen ontploften.

Net als in zijn eerdere documentaire Touching The Void, over een bergexpeditie die volledig misloopt, kleedt Macdonald het verhaal aan met adembenemende beelden van de natuur. Helikoptershots van wouden en bergen in Jamaica geven de woorden van Marley een extra dimensie. Aangevuld met zwart-witbeelden uit de geschiedenis van het land én spetterende concertregistraties is de film daarmee visueel even interessant als het levensverhaal van de zanger zelf.

Al moet Marleys muziek je liggen, als persoon blijft hij een legende en Macdonald doet hem met deze rijke , goed opgebouwde documentaire recht. Hij doseert muziek en anekdotes, wisselt humor af met drama en ondanks veel pratende hoofden schiet de bijna tweeënhalf uur om. Door dit alles stijgt de film ver boven een gemiddelde biografie uit.