Het moest er een keer van komen, een portret van de Franse fotograaf en documentairemaker Raymond Depardon, maker onder meer van het bejubelde Profils paysans-drieluik over Franse boeren. Door aardig wat filmmakers was er de afgelopen jaren al een verzoek ingediend, vertelde Depardons vrouw en co-regisseur Claudine Nougaret in Cannes, maar het echtpaar besloot alles zelf te doen.

Om het boud te stellen: alles wat verdienstelijk is aan deze hagiografie is niet de verdienste van de makers. Dat Journal de France toch zeer de moeite waard is om te gaan zien, is te danken aan de fantastische verhalen en archiefbeelden die enkele hoogte- en dieptepunten uit de recente geschiedenis in herinnering brengen.

Depardon liep bijvoorbeeld in Praag met een camera op straat, toen de Russen in augustus 1968 de stad binnenvielen. Hij filmde Franse en Belgische huurlingen die tussen 1967 en 1970 meevochten in de burgeroorlog tussen Nigeria en de opstandige regio Biafra. Dat levert heftige beelden op. Komischer is het portret Une partie de campagne dat hij in 1974 maakte van de presidentiële verkiezingscampagne van Valéry Giscard d'Estaing. Doordat de aanstaande president daarin naar voren kwam als een doortrapte machtspoliticus, verhinderden de opdrachtgevers het uitbrengen van de film.

Tussen zulke memorabele beelden horen we Nougarets voice-over vertellen over Depardon en hun eerste ontmoeting en zien we Depardon in zijn eentje in een camper door Frankrijk rijden, op zoek naar fotogenieke locaties. De vraag is dan wel wie die beelden van Depardon in afzondering maakt, maar allez, details. Het stoort ook niet echt, maar het maakt wel duidelijk hoe geconstrueerd dit portret is.

Juist de constructie is het zwakke punt. Wat een portret van een man had moeten worden, ook al is die man een stugge plattelander die liever honderd keer achter dan één keer voor de camera staat, werd een chronologische opsomming van fragmenten. Bijzondere fragmenten, dat wel. Maar het doel van Journal de France was om ons Raymond Depardon te laten zien. Te laten zien wat de man bewoog en beweegt om steeds de wereld over te reizen. Waar hij naar op zoek is, nu hij zich vooral toelegt op films over zijn geboorteland.

Durft hij zichzelf niet bloot te geven, vraag je je af. Zou hij bang zijn voor de zeggingskracht van beelden? Dat zou pas ironie zijn. Waarschijnlijker is dat Nougaret en Depardon zich er iets te gemakkelijker van af hebben gemaakt. Omdat ze wisten dat we toch wel gingen kijken.