Net als horrorklassieker Jaws (1975) speelt The Bay zich af in een slaperig vissersdorpje tijdens de jaarlijkse Fourth of July-viering. En ook ditmaal komt het gevaar uit het water, zij het niet in de vorm van een gigantische witte haai, maar een ecologische ramp die zich door de jarenlange dump van kippenuitwerpselen heeft voltrokken in de Chesapeake Bay, aan de Amerikaanse oostkust.

De daadwerkelijke oorzaak van de mysterieuze bulten, gezwellen en interne bloedingen – met de dood tot gevolg – die zo'n beetje de gehele bevolking van Claridge, Maryland overvallen blijft lange tijd onduidelijk, maar het is hoe dan ook absoluut geen pretje om naar te kijken.

Regisseur Barry Levinson (Rain Man, Wag the Dog) baseerde The Bay op onderzoek dat hij ooit deed naar de vervuiling van de Chesapeake Bay, maar in plaats van de geplande documentaire maakte hij er een fantasievolle horrorfilm van – inclusief opengebarsten buikwanden en schrikmomenten – die volledig bestaat uit zogenaamde found footage. Journaalbeelden, beveilingscamera's, Skype, sms-berichten: alles wordt samengevoegd tot een onthullend portret van een door overheidsinstanties in de doofpot gestopte tragedie.

Al die bronnen worden aan elkaar gepraat door Donna Thompson (gespeeld door de onbekende Kether Donohue), een communicatiestudente die op de fatale dag als stagiaire voor het lokale televisiestation een verslag maakte van de festiviteiten, en naar eigen zeggen niet verder kan met haar leven tot ze dit verhaal heeft verteld.

Die opzet is best aardig, ware het niet dat het allemaal zo krampachtig moet worden verantwoord. Dat leidt tot meerdere tenenkrommende momenten, met als dieptepunt de vrouw die het alarmnummer belt omdat haar buurvrouw bloedend en krijsend door de tuin loopt, en tussen neus en lippen meldt dat ze haar camera er maar bij heeft gepakt. Waar die irritante, pompeuze soundtrack vandaan komt, wordt dan weer niet uitgelegd.

Ook de wijze waarop Levinson zijn tientallen tweedimensionale personages iets menselijks probeert te geven – de hopeloze running joke over een marinebioloog wiens Franse accent door haar collega niet wordt begrepen, of Donna die zich hardop vraagt waarom niemand haar die dag vertelde dat haar broek veel te strak zat – voelt veel te gekunsteld.

Jammer, want in de slotakte weet The Bay voor korte tijd iets te bereiken waar de meeste van zijn genregenoten enkel van kunnen dromen: daadwerkelijk angst aanjagen. En dat zonder de gebruikelijke satanische kindergeesten of zombies.