In 2010 zette Rodrigo Cortés zichzelf als filmmaker op de kaart met de thriller Buried. Die kwam neer op anderhalf uur Ryan Reynolds in een kist onder de grond, maar dat wist de regisseur zo vernuftig te brengen dat je als kijker haast letterlijk naar adem ging zitten happen. Met minimale filmische middelen bereikte hij maximaal effect. Bij Red Lights, een paranormale thriller waarvoor hij grote namen als Robert De Niro en Sigourney Weaver wist te strikken, is dat precies omgedraaid.

De film opent hoopvol. Een clichématige seance zoals je die in veel horrorfilms ziet, lekker vet aangezet en inclusief schrikmomenten, wordt door de twee hoofdpersonages in de volgende scène academisch aan gort verklaard. Dr. Matheson ( Sigourney Weaver) en haar assistent Tom ( Cillian Murphy) zijn namelijk niet enkel werkzaam als docenten bij de universiteit, als bijbaantje ontmaskeren en verklaren ze ook allerhande paranormale zaken.

Pas als het personage Simon Silver ( Robert DeNiro) echt een rol gaat spelen en Cortés probeert om meerdere lagen in het verhaal aan te brengen, ontspoort de film. De blinde Silver, een zelfverklaard en door de massa aanbeden paragnost, tart het duo zodanig dat een confrontatie onvermijdelijk wordt. Terwijl de krachten op elkaar afstevenen richting bombastische climax probeert Cortes met filmische middelen twijfel te zaaien. Is wat we zien, net als de seance in de opening, wel echt? Via de hyperactieve soundtrack, willekeurige beeldflitsen en geforceerde montage maakt de Spanjaard een rommeltje van de film.

De kern van het probleem ligt in het verhaal. Cortés schreef het scenario ditmaal zelf en wil veel te veel tegelijk. Een thriller met dramatische elementen is niet genoeg, het moet voor de kijker een paranoïde ervaring zijn, met allerhande wendingen bovendien. Daarnaast wil hij het verhaal ook nog naar een metaniveau tillen door vragen op te roepen als: ‘Is er meer dan het leven hier en nu?’

De onthulling waar de film grotendeels om draait ziet de gemiddelde kijker aankomen vanaf het moment dat De Niro geïntroduceerd wordt. Cortés snapt dat waarschijnlijk zelf ook en komt dus met nóg een koersverandering. Die is zo flauw en onzinnig dat er geen enkele emotionele reactie mee wordt bereikt. Bovendien wordt het beetje thema dat wél succesvol ontplooid werd er mee onderuit gehaald.

Cortés heeft te veel middelen tot zijn beschikking en vergeet zaken weg te laten . Volgende keer gewoon Robert De Niro anderhalf uur in een zwembadhokje en het komt vast weer goed.