Kort nadat de vader van de zigeunertiener Adam onder dubieuze omstandigheden aan zijn einde is gekomen, trouwt zijn moeder met zijn louche oom Zigo. Ze doet het voor hem, zegt zijn moeder. ‘Oom Zigo zal voor ons zorgen. Hij mag je.’ Adam denkt er het zijne van, zoals hij ook zijn twijfels heeft over de ware doodsoorzaak van zijn pa.

Maar in het kleine dorp in Oost-Slowakije is er niemand met wie hij het er over kan hebben. Het meisje dat hij leuk vindt, dreigt naar het buitenland te vertrekken, omdat haar ouders denken dat haar daar een betere toekomst wacht. De goedaardige baas van de boksschool waar hij zo graag vertoeft is wit. En witten deugen niet, prent oom Zigo hem bij voortduring in.

De Slowaakse regisseur Martin Sulik maakte eerder al indruk met lichtvoetige, spitsvondige en geëngageerde films als The Garden (1995), Orbis Pictus (1998) en Krajinka (2000). In het uit de losse pols gefilmde Cigán (Gypsy) brengt hij de gemarginaliseerde positie van de Roma in beeld (de complete cast bestaat uit Roma), maar belerend of veroordelend wordt het nooit. De burleske zigeunerbruiloft, de schrijnende armoede en de conflicten en het wederzijdse onbegrip tussen de zigeuners en de blanken ontbreken niet. Sulik geeft echter een originele draai aan de clichés. En niet alleen door leentjebuur te spelen bij Shakespeare’s Hamlet. Zo maar ineens verschijnt zijn vader aan Adam. En Adam lijkt het doodnormaal te vinden. ‘Ik wilde je nog even zien,’ zegt vader, en hij geeft Adam een appel. ‘Ze hebben ons erin geluisd; de hemel bestaat niet.’

Adam moet kiezen tussen een zigeunerbestaan en een leven tussen de ‘witten’; voor zichzelf of voor zijn familie, in een ontroerende kruising tussen een coming of age-film en sociaal-realistisch drama, die op het filmfestival van Karlovy Vary vorig jaar maar liefst vier prijzen in de wacht sleepte.

Nota bene: distributeur Contact Film brengt naast Cigán ook Suliks internationale doorbraak The Garden weer uit in een aantal Nederlandse filmhuizen.