14 mei 1940, rond de klok van half twee, werd de binnenstad van Rotterdam platgebombardeerd door de Duitsers. Binnen een mum van tijd vonden achthonderd Rotterdammers de dood, tachtigduizend werden dakloos. Het Duitse dreigement dat er andere steden zouden volgen, leidde een dag later tot de capitulatie van Nederland.

Producent/scenarist Paul Ruven, die boeken schreef als Rijk door 1 zin - Het gouden filmidee, en regisseur/scenarist/producent Ate de Jong, die toen hij enkele jaren geleden als commercieel intendant voor het Filmfonds werkte een ‘stresstest’ bedacht waarmee een prognose kan worden gemaakt van de bezoekersaantallen van publieksfilms, zagen in deze tragische gebeurtenis de ideale basis voor wat in Amerika een ‘high concept’-film wordt genoemd. Een combinatie van een avonturenfilm en een onmogelijke liefdesgeschiedenis, à la Titanic, of De storm, om wat dichter bij huis te blijven.

Hun Bombardement begint in het heden, met plaatjes van de pracht en praal van Rotterdam. In een verzorgingshuis kijkt de stokoude Vincent de Graaf naar het nieuws, waarin wordt gemeld dat in Rotterdam een niet-ontplofte Duitse brisantbom is gevonden. Als vanzelf gaan Vincents gedachten terug in de tijd. ‘Het bombardement is het ergste wat me ooit is overkomen,’ zegt hij in voice-over. In beeld verschijnt een titelkaart: ‘10 mei 1940. Vier dagen voor het bombardement’. Niemand maakt zich zorgen, zoveel wordt direct duidelijk. Nederland is neutraal.

Vervolgens ontrolt zich een verhaal over klassenverschillen, opoffering en de liefde, waarin de jonge Vincent centraal staat: een talentvolle bokser die niet alleen van arme komaf is maar tevens rondloopt met een nauwelijks verwerkt jeugdtrauma. Zijn love interest is een welgesteld Duits-Nederlands meisje, dat om haar familie te redden heeft ingestemd in een huwelijk met een eendimensionaal slechte Rotterdamse zakenman.

Voor de rol van de ondanks alles blijmoedige Vincent lieten De Jong en Ruven hun oog vallen op de Volendamse zanger Jan Smit, die zich op dezelfde manier door Het bombardement beweegt als in de realitysoap Gewoon Jan Smit. De eveneens debuterende Roos van Erkel speelt het object van zijn begeerte. Bijrollen en cameo’s zijn er voor Bekende Rotterdammers als Gerard Cox (‘Dan hebt ik nog wel een gers ideetje’) en Koos Postema. Nieuwendammer Aart Staartjes verzorgt de voice-overs (‘In Utrecht gonsde de stad van de geruchten’).

Indrukwekkend archiefmateriaal wordt afgewisseld met goed gemaakte ‘oude’ zwart-witbeelden, die langzaam kleur krijgen, waarna het avontuur weer doorgaat: in tegenlicht badende bakvissenromantiek wordt afgewisseld met digitale bommen en granaten. De hortende en stotende raamvertelling is ‘vakkundig’ dichtgesmeerd door een overdaad aan violen op de geluidsband van Fons Merkies.

Zijn ‘stresstest’ heeft De Jong niet willen toepassen op Het bombardement, maar uit de losse pols komt hij op een ondergrens van 500.000 bezoekers en een bovengrens van 1,2 miljoen. Daarbij maakt het he- le-maal niets uit dat er van alles op de kwaliteit van Het bombardement valt aan te merken. De film bevat – dat kun je de makers wel toevertrouwen – immers álle factoren die bepalend zijn voor succes: een basiselement dat breed bekend is, iets typisch Nederlands, en een razend populaire hoofdrolspeler.

Dat Jan Smit een van de bekendste gezichten is van de Tros is een mooie bijkomstigheid. ‘De grootste familie van Nederland’, die als coproducent bij de film is betrokken, is al weken bezig met een gericht publiciteitsoffensief en zal ook de making of uitzenden.