Hesher begint als een film van de gebroeders Dardenne: een joch met een rood jackie scheurt op zijn mountainbike achter een sleepwagen aan – op de huid gezeten door een schokschouderende camera. Hij wordt bijna overreden, maar haalt de sleepwagen in en nestelt zich achter het stuur van de zwaar beschadigde stationwagon die erachter hangt – vastbesloten om te blijven zitten.

Daarna houdt de vergelijking snel op en verandert Hesher in een grillige Amerikaanse independent. TJ, zoals het jochie heet, woont sinds het auto-ongeluk waarbij zijn moeder is omgekomen met zijn vader bij diens moeder in. Daar zit zomaar opeens een Jezus-achtige figuur op de bank, Hesher ( Joseph Gordon-Levitt), met lange viezige haren en een ontbloot bovenlijf, zodat zijn vele tatoeages – waaronder een enorme opgestoken vinger op zijn rug – goed zichtbaar zijn.

De onaangepaste, grofgebekte Hesher zorgt ervoor dat het leven van TJ nog verder uit het lood raakt, maar hij helpt hem ook, zij het op een bepaald onconventionele manier. Zo maakt TJ via Hesher contact met een muizig kassameisje, dat grote moeite heeft de eindjes aan elkaar te knopen. En komt hij ook weer in contact met zijn lethargische vader, die zich sinds het ongeval op of onder de bank ophoudt en een enorme baard laat groeien.

Hesher, geschreven, geregisseerd en geproduceerd door Spencer Susser, die ook de montage deed en de fraaie, op de platenhoezen van Metallica geïnspireerde titelsequentie maakte, is een typische debuutfilm: hij loopt over van invallen en ideetjes en rijgt de meest uiteenlopende genres en stijlen aaneen – van zwarte komedie en sociale aanklacht tot rouwverwerkingsdrama en pamflet tegen bovenmatig medicijngebruik.

Je zou het leuk kunnen vinden dat niet met zekerheid valt te zeggen of Hesher al dan niet een product is van TJ’s getroebleerde geest; het wijst in ieder geval op een gebrek aan innerlijke consistentie. Subtiel is ook anders: op het dramatisch hoogte-, of beter dieptepunt van de film begint het zomaar opeens te plenzen en te onweren; het min of meer gelukkige einde is even voorspelbaar als geforceerd.

Ook de acteurs lijken allemaal verschillende opvattingen over hun rol en het genre te hebben. Met name Natalie Portman, met uilenbril en slecht zittende, net te korte spijkerbroek , is een vertoning als het straatarme kassameisje.