In een universum waar ratten koken, pinguïns dansen en pandaberen kungfu beoefenen, kortom, een universum waar logica moet wijken voor animatievermaak, is ook nog wel plek voor een racende slak. Maar het avontuur van slak Turbo (dat zowel in de originele als in een nagesynchroniseerde versie draait) is binnen het genre bepaald geen hoogvlieger.

Het verhaal volgt het gebaande pad der animatiefiguren die genoeg hebben van hun beperkingen. Droom groot! Die gedachte was al de motor achter de avonturen in onder andere Ratatouille, Happy Feet en Kung Fu Panda, en nu wil ook weekdier Turbo (met de stem van Ryan Reynolds) meer bereiken dan in eerste instantie goed voor hem lijkt. Elke dag mijmert hij tijdens zijn werk in de tomatenplantage over deelname aan de Indy 500-race. Maar zelfs als hij door een ongeluk opeens over superkrachten beschikt en zijn slijmsporen veranderen in neon snelheidsstrepen, heeft hij nog heel wat obstakels te overwinnen voor hij daadwerkelijk als eerste de finish passeert.

Nieuwe ideeën zijn schaars in de animatiewereld, en dus lijkt het tegenwoordig vaak een kwestie van ingenieus kopiëren uit reeds bestaande films. Turbo heeft vooral veel weg van Cars. Waar Pixar het echter lukte om hoofdpersonage Lightning McQueen diepgang en een hart mee te geven, daar blijft Turbo een oppervlakkig figuurtje . Eigenlijk is hij maar een egoïstische eigenwijs die per se zijn zin wil doordrukken en daarbij volledig leunt op prestatieverhogende middelen en andermans hulp.

Het helpt ook niet dat Turbo weinig iconische waarde heeft. Niets aan de slak blijft in de herinnering hangen. Toegegeven, zonder armen en benen, en dus weinig variatie in lichaamshouding, hebben de computerkunstenaars ook weinig om mee te werken. Heel af en toe weten ze de film via vindingrijke omweggetjes iets eigens mee te geven, zoals tijdens een scène waarin Turbo het in een koortsachtige fantasie opneemt tegen een grasmaaier. Maar op deze en een paar andere geslaagde grappen na levert Turbo vooral oud nieuws. Niet dat dat de primaire doelgroep iets zal boeien: het beweegt, is luid en uitermate kleurrijk, en dat is meer dan genoeg voor de jonkies.