Pacific Rim, een kleine tweehonderd miljoen dollar kostende ode aan de Japanse robot- en Godzillafilms, is het meest verbluffende 3D-spektakel sinds Avatar (2009). En dat terwijl regisseur Guillermo del Toro (Hellboy, Pan's Labyrinth) eigenlijk niets van 3D moest hebben, omdat de extra dimensie zijn immense digitale schepselen in speelgoedminiatuurtjes zou doen veranderen.

De studiobazen van Warner Bros. wisten de Mexicaan dan toch te overtuigen, en zijn oorspronkelijke angsten – 3D werd pas in postproductie digitaal toegevoegd – bleken ongegrond. Pacific Rim is overdonderend in al zijn epische grootsheid . Zelfs in vergelijking met alle meer dan honderd miljoen kostende blockbusters van de afgelopen jaren, voelt de film als een nieuwe, forse stap in de digitale revolutie.

In sneltreinvaart wordt in de proloog de geschiedenis uit de doeken gedaan van de oorlog tegen de Kaiju, zoals de aliens zijn gedoopt. Via een portaal in de zeebodem doemden ze jaren geleden plotseling op, en vernietigden alles wat op hun pad kwam. Tot de wereld samenkwam en een nieuw wapen ontwikkelde: 'Jaegers', robots van 25 verdiepingen hoog die van binnenuit bestuurd worden door twee piloten, de twee breinen met elkaar verbonden, om zo de perfecte vechtmachine te creëren.

Winst voor de mensheid leek een kwestie van tijd, maar de Kaiju evolueerden. Slechts enkele Jaegers zijn nu nog over, waaronder een oude barrel die bestuurd moet worden door een onconventioneel duo: de roekeloze Raleigh ( Charlie Hunnam), die zijn oude copiloot en broer vijf jaar eerder door een Kaiju zag worden vermorzeld, en de Japanse rookie Mako (Rinko Kikuchi, bekend van Babel en Norwegian Wood).

Natuurlijk bloeit er iets van een voorzichtige romance op tussen de twee. Zoals ook de Top Gun-esque vetes tussen de verschillende Jaeger-piloten nogal voorspelbaar zijn. Pacific Rim heeft eigenlijk alles weg van een goedkope B-film, van de twee ijsblonde Russische piloten (onmiskenbaar familie van Rocky Balboa's aartsvijand Ivan Drago) tot de kromme oneliners en vaak ronduit ridicule sciencefictionelementen.

In zijn laagste versnelling valt Pacific Rim dan ook behoorlijk tegen, vooral in de komisch bedoelde scènes met twee koddige wetenschappers, die à la R2-D2 en C -3PO door het verhaal heen stuntelen.

Maar zodra het tempo wordt opgevoerd, de bombastische muziek door de zaal heen knalt en de giganten door het beeld stormen, met zeecontainers en vissersschepen als wapens, en hele steden worden verwoest, dan is Pacific Rim een actiefilm die zijn weerga niet kent. Die momenten maken het dure IMAX-kaartje meer dan waard. Sterker nog: het is ten strengste af te raden de film op kleiner formaat te zien.