Wanneer jonge leraar Pat Solatino Jr. (Bradley Cooper) na acht gerechtelijk opgelegde maanden in een inrichting wordt opgehaald door zijn moeder, weet pa van niets. Pat zelf heeft volop zin in een nieuw begin. Al de eerste nacht bij zijn ouders in Philadelphia wordt echter duidelijk dat de bipolaire patiënt met een kerf in z’n ziel de bovenboel verre van op orde heeft.

Zo begint Silver Linings Playbook als een dramatische tragikomedie, maar gaandeweg verandert de film in een onvervalste feelgood movie. Pat, namelijk, ontmoet Tiffany ( Jennifer Lawrence). Zij is, schrijft u even mee, de zus van de echtgenote van zijn beste vriend. Tiffany heeft haar echtgenoot verloren, is op drift geraakt en woont in de garage van haar ouders.

Beschrijven hoe dit duo Defect & Disfunctioneel elkaar ondanks alles door de winter helpt, vergt een boek. Dat van Matthew Quick, om precies te zijn, de roman waarop David O. Russells fijn ouderwetse acteursfilm is gebaseerd.

Acteursfilm, inderdaad . Silver Linings Playbook overstijgt z’n formule door het bovengemiddeld geïnspireerde spelersensemble. Daarin, en vanwege het rijk gestoffeerde familie- met-aanhang-kader, herinnert de film wel een beetje aan Norman Jewisons klassieker Moonstruck.

Juist die rijke stoffering breekt de film vooral in de tweede helft wat op. Er zijn wel erg veel personages, die bovendien meer en meer door elkaar gaan roepen. Ook moeten nog twee enigszins met elkaar conflicterende verhaallijnen worden samengevoegd. Hoe dat gebeurt, mag hier uiteraard niet worden weggegeven.

Onvermijdelijk verliest Russell het evenwicht – en helaas ook de subtiele tragiek – van het eerste halfuur. Het zijn Bradley Cooper en Jennifer Lawrence (intussen beloond met een Oscar) die dat echter ruimschoots compenseren. De scène waarin Pat en Tiff ’s avonds hebben afgesproken in een diner is zonder twijfel de mooiste en ook meest complexe van de film. De dialoog is messcherp, gelaagd, droevig, komisch, pijnlijk. Prachtig om te zien hoe Cooper en Lawrence één zijn met hun beschadigde personages.

Ook in het bijrollendepartement valt er veel te genieten. De Australische Jacki Weaver is een kordate moeder die maar wat te stellen heeft met haar temperamentvolle dierbaren. Robert de Niro doet, als Pat juniors ongezond sportfanatieke vader Pat senior, wat hij meestal doet: voorhoofd fronsen, lippen op elkaar persen, zinnen uitspreken alsof hij ze net heeft gelezen. Beetje de aimabele neuroot uithangen en Robert de Niro wezen, dus.

Verrassend amusant zijn de korte optredens van dijenkletser Chris Tucker als een medepatiënt uit de inrichting waar Pat net vandaan komt . Zijn introductie aan het begin van de film is hilarisch. Ook geestig is de rondleiding die Pat krijgt in het huis van zijn kameraad en diens op decorum en klatergoud gestelde echtgenote. Een gadget zorgt voor muziek in het hele huis, tot op de plee toe. Waarop Pat droog vraagt: ‘Does it play Ride the Lightning by Metallica?’ Goeie kerel, die Pat.