'Extreem intelligent, inventief en gepassioneerd zonder enig doel.' Zo beschrijft scenarioschrijver D.V. DeVincentis de vrouw wier autobiografie Lay the Favorite: A Memoir of Gambling hij tot filmscript bewerkte: voormalig privédanseres en tegenwoordig bestsellerauteur Beth Raymer. Het is dus een raadsel waarom zij in de uiteindelijke film, van The Queen- en High Fidelity-regisseur Stephen Frears, tot een onuitstaanbaar giechelende, steevast in hotpants gestoken, haarkauwende bakvis verworden is.

We ontmoeten Beth als ze haar stripperbestaan in Florida vaarwel zegt en met hond en al naar Las Vegas trekt, dromend van een veiliger leven als serveerster . Dankzij haar talent voor cijfers en een dosis geluk vindt ze echter een baan bij een trio beroepsgokkers onder leiding van Dink (fijne rol van Bruce Willis), die met zijn hoog opgetrokken witte sportsokken en kaki shorts niet bepaald voldoet aan het beeld van archetypische Vegas high roller. Glamoureus is zijn werk evenmin: elke dag weer staart hij eindeloos naar sportwedstrijden en constant fluctuerende cijfers op de tientallen flatscreens in zijn kantoor, wachtend op dat ene moment dat de bookmakers een fout maken in hun kansberekening.

Spannende cinema levert dat natuurlijk niet op, en dus wordt het drama in de relationele sfeer gezocht. Beth valt al snel voor Dink, en hij voor haar. Tot woede van zijn jaloerse vrouw Tulip ( Catherine Zeta-Jones), die eist dat hij de jonge bimbo eruit gooit. Maar Beth is voor Dink niet alleen lustobject, ze is ook zijn talisman.

Willis en de haast onherkenbare Zeta-Jones, in haar eerste rol sinds 2009, vormen in de beperkte ruimte die ze krijgen een prachtig koppel: ogenschijnlijk altijd bekvechtend, maar als het erop aankomt bereid tot grote opoffering. Rebecca Hall (Vicky Cristina Barcelona) als Beth daarentegen, is met haar onnatuurlijke babystemmetje te karikaturaal om enige emotie op te roepen. Des te vreemder is het dat haar personage als grote heldin eindigt, geliefd door iedereen die ze onderweg gekwetst heeft, terwijl je als kijker geen flauw benul hebt waar die bewondering vandaan komt.

Een luchtige komedie, badend in zon- en neonlicht, dat is vast wat de makers met Lay the Favorite voor ogen stond. Grappig wordt het echter zelden, met enkel de sulligheid van Willis ' personage die nog wel eens voor een glimlach zorgt. Een zeldzame mislukking in het oeuvre van Frears.