Hij komt wat traag op gang, maar als de kop er af is houdt deze ‘home invasion slasher’ niet meer op met bloeden en bijlen zwaaien. Lekker knullig soms (lijken die doorgaan met ademen), maar dankzij de humor lukt het regisseur Adam Wingard om een toch wat beperkt genre – psychopaten vallen ongevraagd een huis binnen – een kickstart te geven.

Leunde zijn film A Horrible Way to Die uit 2010 juist veel meer op de gothic sfeer en de puzzelplot met verdraaide chronologie, hier gaat Wingard helemaal los op de gore.

Het decor van deze incestueuze afdaling in de hel is het afgelegen buitenhuis waar het gezin Davidson samenkomt om de 35-jarige bruiloft van vader en moeder te vieren. Behalve de twee jubilarissen zijn dat hun dochter en drie zonen, vergezeld door hun geliefden. De geforceerde gezelligheid verdwijnt zodra tijdens het diner het eerste slachtoffer valt, maar niet voordat we hebben kunnen zien dat de onderlinge verhoudingen behoorlijk verziekt zijn.

You’re Next doet niet geheimzinnig over de belagers, want die klimmen al snel door de onvermijdelijke open ramen naar binnen. Zelfs de vraag naar het waarom boeit niet lang, ook al wordt door vaders werkzaamheden in de defensie-industrie vaag gehint op een terreuraanval. Het ritme en het plezier van de film worden vooral bepaald door de bloederige executies, die je kunt scoren op originaliteit – nooit geweten dat je dat met een blender kunt doen – en gruwelijkheid – hoeveel vijlen passen er in één borst? Wingard serveert het allemaal met een opmerkelijke souplesse en levert de fans zo wat ze willen: gutsend bloed en krakende botten.

Bijster origineel is het niet, en in de eerste paar minuten suggereren het houterige acteren en de elementaire cameravoering een rammelende wannabe slasher, maar de stijl, de actie en het verhaal blijken naadloos te passen. Als de eerste schokeffecten achter de rug zijn, krijgt de film dankzij de overdreven actie en de ‘final girl twist’ zelfs een komisch tintje, wat de nodige lucht geeft. Het duurde even voordat You’re Next hier te zien was (de film werd al in 2011 op het filmfestival van Toronto vertoond), maar het wachten wordt beloond.