De grote winnaar dit voorjaar bij de Duitse Gouden Kalveren – de Lola's – was niet het megalomane, door Tom Tykwer gecoregisseerde Cloud Atlas – de duurste 'Duitse' film ooit. Het was ook niet Hannah Arendt, de spraakmakende biopic van regieveterane Margaretha von Trotta. Nee, met zes Gouden Lola's (voor beste film, beste regie, scenario, hoofd- en bijrol, en beste filmscore) was de verpletterende zege voor de low budget afstudeerfilm van nieuwkomer Jan Ole Gerster: Oh Boy.

Misschien werd de jonge club makers nog wat geholpen door hun underdogpositie , of door het verlangen van de Duitse filmwereld naar een nieuwe Tom Tykwer. Gerster schreef en regisseerde in elk geval een alleszins charmant debuut dat al vergeleken werd met Woody Allen's Manhattan en het werk van Jim Jarmusch.

Koffie en sigaretten zijn dan ook de uppers en downers waar deze omzwervingen van een gesjeesde Duitse twenty-something rechtenstudent door Berlijn op drijven. Maar meer nog doet het in zwart-wit gedraaide Oh Boy met zijn existentiële gelanterfant, voorliefde voor Franse auto 's, Ray Ban-zonnebrillen, jazz en nonchalante straatbeelden, denken aan de Parijse films van de nouvelle vague, of het Swinging London van de jaren zestig . De titel van de film is geleend van A Day in the Life van de Beatles: 'I read the news today, oh boy / About a lucky man who made the grade / And though the news was rather sad / Well, I just had to laugh.'

Dat is Oh Boy in een notendop: een tragi-ironische dag uit het leven van een jongeman die zijn plek in het leven nog niet heeft gevonden. Het enige wat hem richting geeft, is zijn zoektocht naar een kop koffie door de straten, stegen en suburbs van Berlijn. Van het bed van een los-vast vriendinnetje, langs een nieuwe buurman en een oude vriend, via een filmset naar een confrontatie met zijn vader op de golfbaan. Een toevallige ontmoeting met een oud-klasgenootje leidt naar een experimentele dansvoorstelling, gevolgd door een praatje met een oude dronken lor in een nachtcafé.

Met een prettige lichtvoetigheid snijdt Gerster, geholpen door een prima stel acteurs, zo allerhande thema's aan. Van luxeproblemen tot generatiekloven en de kristalnacht. Als bezwaar valt aan te voeren dat sommige scènes wat aan de clichématige kant zijn en het geheel zo licht verteerbaar dat het ook weer snel vervlogen is.