Het bloed kruipt… Na een onnavolgbare politieke carrière (en bijrolletjes in de ensemblefilms The Expendables en The Expendables 2) is de 65-jarige Arnold Schwarzenegger terug op het witte doek. In The Last Stand, de eerste Engelstalige film van de Zuid-Koreaanse regisseur Kim Jee-Woon (I Saw the Devil), speelt hij sheriff Ray Owens, een soort parodie op zichzelf. Maar ook weer niet.

De oude, roestige sheriff heeft genoeg bloed en doden gezien in een vorig leven in de grote stad, en is nu tevreden in Summerton Junction, een gat aan de Amerikaans-Mexicaanse grens waar hij hooguit een parkeerboete moet uitschrijven of een kat uit de boom moet halen. Daar heeft zijn corps – een laffe deputy, een lulletje rozenwater met ambitie en een sexy bureaumedewerkster – de handen overigens al meer dan vol aan.

Dan ontsnapt de Mexicaanse drugsbaron Gabriel Cortez uit handen van de FBI, in een langgerekte, al wel eens eerder vertoonde scène, waarin tientallen mannen in oranje KNVB-trainingsjacks als afleidingsmanoeuvre worden ingezet. De drugsbaron, tevens professioneel racer en deeltijdfilosoof, zet in een gepantserde raceauto koers richting Mexico. De FBI heeft het nakijken, niets lijkt Cortez meer in de weg te staan.

Niets? Nee, natuurlijk. De psychopathische crimineel cum suis heeft buiten de oude sheriff en diens gevolg gerekend. Not in his town. Not on his watch. Hoewel de criminelen zijn voorzien van hypermoderne snufjes, zoals nachtkijkers en raketwerpers, en de gezagsdragers het moeten doen met wapens uit de Tweede Wereldoorlog en roestige messen laat zich raden wie er aan het langste eind trekt.

Voor het zover is, worden tientallen slachtoffers gemaakt, vaak op uiterst sadistische wijze, zijn er tal van explosies, wordt er voor miljoenen blikschade aangericht, en neemt Schwarzenegger in zijn rol als de oude sheriff Owens voortdurend zichzelf op de korrel. Als hem in het lokale eetcafé wordt gevraagd: ‘How are you sheriff ?’, antwoordt hij gevat: ‘Old.’ ‘L.A.’s not all that you think it is,’ zegt hij tegen de hulpsheriff, en de goed gecoiffeerde psychopaat in maatpak werpt hij toe: ‘You make us immigrants look bad.’

Het geweld is bikkelhard, maar natuurlijk ook cartoonesk en over the top. Een politieman wordt nog met sardonisch genoegen gevraagd naar het kind dat zijn vrouw verwacht, voordat hij wordt doorzeefd. De oude, norse boer ( Harry Dean Stanton) die weigert zijn terrein beschikbaar te stellen aan de Mexicaanse drugsbende wordt zonder blikken of blozen een kogel door het hoofd gejaagd. Zo gaat het maar door. Lachen, gieren, brullen – als je ervan houdt.

Schwarzenegger piept en kraakt maar blijft overeind, dankzij een karrenvracht ironie, zelfspot en zelfrelativering. Hoewel de opbrengsten in Amerika tegenvielen, wordt de comeback voorlopig verlengd; onder meer The Legend of Conan en Terminator 5 staan op de rol.

‘I’ll be back’ hield vroeger een belofte in, nu begint het toch wat sleets te klinken.