Dit zielloze maar vermakelijke spektakelbombardement van Michael Bay is het 165 minuten durende vierde deel in de Transformer-reeks, over de strijd tussen de Decepticon-robots en de Autobots. Deze keer niet met Shia LaBeouf maar met Mark Wahlberg in de hoofdrol.

Volgens de een het cynische, want infantiele einde van de ‘summer blockbuster ’, waarin alleen nog explosies en wapperende Amerikaanse vlaggen tellen, volgens de ander wijst Bay met zijn vierde symfonie van rondvliegende auto-onderdelen de weg naar de toekomst van Hollywood, dat steeds meer moet concurreren met thuiskijkers en videogames. Want voor deze beeldlawine is alleen het grootste scherm goed genoeg. De plot doet er niet toe, gewoon brein uitschakelen en op automatische piloot kijken.

En Bay weet het. Hij speelt ermee. Agressief, op amfetamines gestookt entertainment waarin per film minstens één Amerikaanse stad in de as wordt gelegd of een wereld dreigt te worden vernietigd , is al jaren zijn specialiteit. Maar Bay doet meer, hij heeft het zielloze tot stijl verheven. Alles op het scherm is leeg, is niks meer dan buitenkant, een object. Elke pose van een acteur – Wahlberg bij zonsondergang op de veranda onder een wapperende vlag, de veelvuldig gefilmde lange benen van zijn dochter onder haar hooguitgesneden jeansshort – en elk beeld van een stad (eerst Chicago , later Hong Kong, vanwege de Chinese investeerders van de film), is buitenkant , is niks anders dan sensorische stimulatie. Mannen hebben spieren, vrouwen hebben blond haar en lange benen. En de zon, nou ja, die gaat onder. Elk beeld een ansichtkaart.

Eigenlijk maakt Bay zich hiermee immuun voor kritiek, want hij gebruikt het cliché als wapen. Hij laat bijvoorbeeld Wahlberg als vader een opmerking maken over die hooguitgesneden broek van z’n dochter – ‘ die lijkt elke dag korter te worden, moet dat nou?’ – maar toont ondertussen wel steeds die benen. Zo is de hele film: Bay laat zien dat hij zich bewust is van de clichés, maar gebruikt ze wel als de bouwstenen van zijn film.

Is dat erg? Neuh, al hoop je dat de jongste generatie kijkers soms ook iets anders te zien krijgt. Als je je niet ergert aan het flinterdunne verhaal – een megacorporatie werkt samen met een premiejagerrobot om de Autobots te vernietigen, terwijl Mark Wahlberg & dochter de Autobots bijstaan – of het ontbreken van ook maar de kleinste reële emotie, dan kun je Bay zeker bewonderen om zijn gevoel voor snelheid en beweging. Want dit plompe metalen ballet staat geen seconde stil, en dat is best knap voor die 165 minuten.