Sepideh Hooshyar is een Iraans meisje dat met haar moeder in een stadje in het zuiden van Iran woont. Sinds de plotselinge dood van haar vader droomt ze ervan om astronaut te worden; als ze ’s nachts door haar enorme telescoop naar de hemel tuurt, voelt ze dat ze dicht bij hem is.

Ze vindt steun bij de begeesterde meneer Kabiri, die Sepideh en andere jonge meisjes leert dat de wereld groter is dan de vier muren van het klaslokaal. Zijn astronomielessen gaan dan ook door na schooltijd, tot leedwezen van Sepidehs oom, die het ongepast vindt dat tienermeisjes na middernacht nog de straat opgaan om naar de sterren te staren. ‘Het is tegen de traditie. Wat zullen de buren niet zeggen?!’

Ook Sepidehs moeder heeft haar bedenkingen; haar land is opgedroogd en ze heeft geen geld voor een waterput. Waar zou ze dan een studie astronomie van moeten bekostigen? Sepideh kan beter leren koken en een geschikte huwelijkskandidaat vinden.

De Deense documentairemaakster Berit Madsen volgde Sepideh gedurende meerdere jaren, en het meisje voelt zich zichtbaar op haar gemak voor de camera. Die is overal: thuis, in de moskee en in de schoolbanken. Als Sepideh met een enorme telescoop rondbanjert, als ze naar de sterren kijkt en begint te bespiegelen. Als ze weer eens een brief schrijft waarin ze haar dromen en frustraties voorlegt aan haar held Albert Einstein (aan haar slaapkamermuur hangt zijn portret). En als ze met tranen in haar ogen naar een YouTube-filmpje kijkt van de succesvolle Iraans-Amerikaanse zakenvrouw Anousheh Ansari, die in het najaar van 2006 de eerste vrouwelijke ruimtetoerist was (het twaalfdaagse reisje koste haar 20 miljoen dollar).

Misschien heeft Madsen het een en ander geënsceneerd. Misschien gebruikt de pientere Sepideh de camera wel om haar doelen te verwezenlijken. Veel maakt het niet uit; het is logisch dat Madsen een film zag in de worsteling van het jonge , dappere, goedgebekte, gehoofddoekte meisje. Óók omdat Sepidehs (particuliere) droom om ruimtevaarder te worden (door een Westers publiek) gemakkelijk kan worden uitgelegd als het verlangen van een hele generatie naar iets groters – naar een vrije, democratische, seculiere staat bijvoorbeeld.