Een man op een brommertje wordt in een onherbergzame streek aangehouden door drie jongens die vervaarlijk met bijlen staan te zwaaien. 'Geef ons je geld, ouwe,' zegt een van de jongens. 'En snel een beetje!' De man beweegt zijn hand langzaam naar zijn binnenzak, maar in plaats van zijn portemonnee haalt hij een pistool tevoorschijn, waarmee hij zijn belagers een voor een de dood in jaagt.

Hij rijdt vervolgens onaangedaan verder en passeert een gekantelde vrachtwagen, die als een gewond dier op de weg ligt, tussen duizenden oranjerode appels; de dode chauffeur is bedekt met een dekentje. Terwijl de brommerrijder zijn weg vervolgt, blijft de camera achter bij de vrachtwagen, die nog voor de begintitels in beeld verschijnen explodeert. 

De Chinese regisseur Jia Zhangke maakte naam met verstilde, contemplatieve en poëtische films als Platform, Unknown Pleasures, The World en Still Life. A Touch of Sin is andere koek; het is een boze, nihilistische film, waarin de hoofdrolspelers niet lijdzaam toezien wat er om hen heen gebeurt , maar – door armoede of onrechtvaardigheid tot het uiterste getergd – het heft in handen nemen. 

In het ruim twee uur durende meesterwerk combineert Jia losjes vier waargebeurde, gewelddadige incidenten die de officiële nieuwsbulletins in China niet haalden, maar waarover op Weibo, het Chinese Twitter, wel op grote schaal werd gediscussieerd. 

In het eerste verhaal begint een halsstarrige mijnwerker een eenmansguerrilla tegen zijn baas, die weigert zijn belofte gestand te doen om de dorpelingen mee te laten delen in de winst. Het tweede draait om een jongeman die huis en haard achter zich heeft gelaten. In het derde part wordt een receptioniste in een sauna lastig gevallen door twee mannen die denken dat alles te koop is met ( nieuw) geld. En in het slotdeel hoopt een jonge, depressieve lopendebandwerker dat een leven elders hem meer voorspoed zal brengen.  

Het is tegen beter weten. Er vallen nog veel meer slachtoffers dan de drie in de openingsscène. Om de 'incidenten' en groteske slachtpartijen in het echte leven in te bedden, laat Jia op een televisie nieuwsbeelden zien van het ongeluk met een hogesnelheidstrein, waarbij in de zomer van 2011 tientallen doden vielen. Zo toont de belangrijkste chroniqueur van het hedendaagse China eens temeer de schaduwzijde van de recente ontwikkelingen in zijn land; de groeistuipen, de dwangneuroses en de identiteitscrisis van een op drift geraakte grootmacht.

Toen A Touch of Sin vorig jaar in Cannes in wereldpremière ging, verbaasde de wereldpers zich erover dat de film door de Chinese censuur was gekomen. Ook de Chinese critici waren verbaasd over het vele expliciete geweld en de uitgesproken maatschappijkritiek. 

Jia werd in Cannes bekroond met de prijs voor het beste scenario. Die internationale lof, op ’s werelds meest vermaarde filmfestival, stemde de Chinese overheid niet mild: de aangekondigde Chinese release, eind 2013, werd afgeblazen.  

Dat zou je ironisch kunnen noemen, dat een film die laat zien waartoe onderdrukking kan leiden niet mag worden vertoond.