President John F. Kennedy (op 22 november 1963), diens moordenaar Lee Harvey Oswald (twee dagen lager), en de moordenaar van zijn moordenaar Jack Ruby (ruim drie jaar later) stierven alle drie in het Parkland-ziekenhuis in Dallas, Texas.

Toeval? Amerikaanse complotdenkers wijdden er al een site aan onder de klinkende naam The Parkland Orgy of Death. (link: http://parklanduberalles. blogspot.nl/) Maar daar gaat deze film niet over. Ook is het niet de zoveelste whodunit over de moord, zoals Oliver Stone's historisch niet al te verantwoorde JFK (1991). 

Nee, Parkland is de op degelijke research gebaseerde weerslag van vier dagen chaos en hoog oplopende emoties na de moord op de president – en die op Oswald. Met het ziekenhuis als epicentrum van de ontgoocheling en het collectieve schuldgevoel dat het einde inluidde van een tijdperk van idealisme en optimisme.  

Parkland zoomt in op omstanders en bijrolspelers, onder wie een dienstdoende jonge arts ( Zac Efron), de filmende Abraham Zapruder ( Paul Giamatti), geheim agent Forrest Sorrels ( Billy Bob Thornton), FBI-agent James Hosty ( Ron Livingston) en Oswalds broer Robert ( James Badge Dale). 

De film is het regiedebuut van onderzoeksjournalist Peter Landesman, die eerder het script schreef voor mensenhandelfilm Trade (2007). Parkland baseerde hij – naast nog een paar jaar eigen speurwerk – op Vincent Bugliosi's neerslag van 21 jaar onderzoek in Four Days in November: The Assassination of President John F. Kennedy, uit 2008.  

Die accuratesse zien we terug in veelzeggende details als het geruzie over de zeggenschap over het presidentiële lijk, en de haast waarmee lijfwachten stoelen uit de Air Force One sleutelen om plaats te maken voor de kist. Landesman reconstrueert met een zenuwachtige, onvaste camera. En al wordt de politieke achtergrond (Cuba-crisis, Vietnam-oorlog) wat gemakzuchtig bekend verondersteld ; de tijdgeest is mooi gepakt met een alomtegenwoordige radio, archiefbeelden van de Stetson die JFK nooit zou dragen en de zoektocht naar een lab om Zapruders 8mm-kleurenfilm – waarop hij per ongeluk de moord opnam – te ontwikkelen. 

Parkland werkt vooral als (her)beleving van wat qua dramatische impact het 9/11 van de jaren zestig was. De personages blijven echter aan de potsierlijke kant; ze doen slechts dienst als vehikels voor emotie . De selectie is even breed als willekeurig. Dat er geen woord wordt gericht tot Jackie Kennedy, die steeds in de hoeken van het kader opduikt, doet geforceerd aan. En moeder Oswald had als uit de toon vallend typetje wel een onsje minder gekund. Net als het dwingende, neurotische getrommel en epische trompetgeschal op de geluidsband.