160 miljoen dollar had regisseur Gareth Edwards tot zijn beschikking voor de monsterfilm Godzilla. Honderd. Zestig. Miljoen. Dat is ruim tweehonderd keer meer dan voor zijn debuutfilm, die – niet geheel toevallig – ook een monsterfilm was, Monsters (2010).

Die film was een onverwacht groot succes. Vooral onder het arthouse-publiek. Omdat de aandacht in Monsters uitgaat naar een ontluikende liefdesrelatie tussen de twee hoofdpersonen, en de film meer voelt als een roadmovie – de twee trekken door een door monsters verwoest gebied in Mexico – dan als een actiefilm . De monsters komen nauwelijks in beeld.

Godzilla is niet voor het arthouse-publiek. Vanwege het prijskaartje moet Godzilla ook (en flink!) scoren bij het popcornpubliek. En dus verdween bijna alles uit de film wat Monsters zo leuk maakte. Voor de zekerheid speelde Edwards ook nog leentjebuur bij de giganten van het monstergenre: visueel doet de film regelmatig denken aan Alien en King Kong.

Wat overblijft is een tamelijk zielloos verhaal over Joe Brody, een Amerikaanse wetenschapper in Japan die bij een beving in een kernreactor zijn vrouw verliest, en zijn hele leven blijft zoeken naar de oorzaak van die ramp. De kijker weet natuurlijk allang wat de oorzaak is. Godzilla!

De film doet een halve poging te verklaren waarom de wereld nooit iets gemerkt heeft van het bestaan van een bijna honderd meter hoog monster (en er zijn er zelfs nog meer!), maar die pogingen zijn per definitie tot mislukken gedoemd. Zoiets wordt toch nooit geloofwaardig. Het enige wat je daarmee doet is de aandacht van de kijker vestigen op iets waar hij maar beter helemaal niet bij stil kan staan.

Monsterfilms zijn net als comicverfilmingen. Je geeft je graag over aan het onzinverhaal, zolang de personages maar aansprekend zijn. En dat laatste is Godzilla's grootste probleem . In de eerste helft van de film worden we voorgesteld aan Joe Brody (een wel erg vaak huilende Bryan 'Breaking Bad' Cranston) en diens zoon Ford (Aaron 'Kick-Ass' Taylor-Johnson). Dat zijn de personages waar we het mee moeten doen als in de tweede helft de hel losbarst. Maar de twee komen, ondanks verwoede pogingen, nooit tot leven. Ze blijven van bordkarton.

En dus moeten we het doen met Godzilla. En die ziet er – het moet gezegd – indrukwekkend uit. Vooral als hij (ik ga er maar even vanuit dat het een hij is...) onder een vliegdekschip door zwemt. Dan kan je goed zien wat er met die 160 miljoen dollar gebeurd is. De volgende keer graag nog een paar centen overhouden voor een goed verhaal en interessante personages.