Een warboel. Dat was het leven voor Xavier (Romain Duris) toen hij nog studeerde tussen de Europese uitwisselingstudenten in Barcelona (L’auberge espagnol, 2003), en dat bleef zo toen hij aan zijn werkende leven begon in Parijs, met uitstapjes naar Londen en Sint Petersburg (Les Poupees Russes, 2005). Nu hij bijna veertig is – in het derde deel van Cedric Klapisch’ ensemble-romcom – is het niet anders.

We pakken de draad op als Xaviers relatie met de Britse Wendy ( Kelly Reilly) – de moeder van zijn twee jonge kinderen – op de klippen loopt . Bij Klapisch (Chacun cherche son chat, Un air de famille) is dat geen drama, eerder een praktisch probleem. Want als Wendy aankondigt Parijs in te ruilen voor het New York van haar nieuwe vlam en de kinderen mee te nemen, wat doet Xavier dan?

In Casse-tête Chinois schippert Xavier van zijn oude naar zijn nieuwe leven: van de oude (Europa) naar de nieuwe wereld (Amerika). In New York lopen oude en nieuwe liefde langs en door elkaar heen. Als vanouds stopt Klapisch vogels van diverse pluimage bij elkaar in één hok, om vervolgens lichtvoetig langs allerhande culturele en amoureuze complicaties te hoppen. Als Xavier een appartement zoekt, vult het beeld zich met Google Streetview en geanimeerde prijstags, terwijl op de geluidsband funky scratch-muziek klinkt. En dan werkt hij ook nog eens aan een roman over de complexiteit van het leven.

Klapisch is op zijn best waar hij zijn verbeelding speels tot leven laat komen . Dan staat er opeens een 19e-eeuwse Duitse filosoof voor Xaviers deur om hem te hulp te schieten. Of zegt de liftstem ‘going down’ als hij het aan Ground Zero grenzende kantoorpand verlaat waar hij net met zijn ex en hun advocaten de rechten op de kids heeft geregeld.

Tegenover zulke typische klapischische observaties staan echter evenzovele clichés en bedachte toestanden die belegen aandoen. Als Xavier een woning zoekt, ontmoet hij achtereenvolgens een stokoud vrouwtje, een stel orthodoxe joden en overjarige rockers. Chinatown , New York voelt eerder als excuus voor een trukendoos aan malle situaties dan als geloofwaardige locatie in het leven van Xavier. Zo zijn er meer van die typische scriptvondsten: de uitgever die steeds via Skype commentaar levert, of oude vriendin Martine ( Audrey Tautou) die met een ingewikkeld excuus naar New York wordt gehaald voor een ontmoeting met Chinese zakenlieden.

Casse-tête Chinois ( vertaling: breinbreker) is een beetje zoals de liefde waarover de film gaat: een opgewarmde kliek. Best lekker, maar een tikje gezapig. Maar dat is misschien ook wel het leven rond de veertig.