Introverte puber Hector en zijn jonge, alleenstaande moeder Paloma zijn in het laagseizoen op vakantie gegaan. Dat is lekker goedkoop, maar spannend is anders: hun hotel is uitgestorven. De twee hangen wat bij het zwembad, smeren elkaar in met zonnebrand, staren op de hotelkamer naar soaps en bestellen af en toe een club sandwich.

Inderdaad, de titel van dit komische drama uit Mexico verwijst naar dat lunchgerecht, maar is ook symbolisch: Hector en Paloma vormen samen een – tikje kleffe – dubbele boterham, tot de charmante Jazmin zich als een derde sneetje brood tussen hen in wringt. Jazmin is wat ouder en wereldwijzer dan Hector, en bezoekt het hotel met haar bejaarde vader. De verlegen Hector valt als een blok voor haar, terwijl zijn beschermende moeder hulpeloos toekijkt.

Hector, Paloma, Jazmin en het hotel: dat zijn de bouwstenen van Club Sandwich, meer is er niet. Net als in zijn eerdere films Duck Season en Lake Tahoe, is regisseur Fernando Eimbcke niet geïnteresseerd in complexe plotverwikkelingen, spetterende dialogen of stilistisch vuurwerk. Hij vertelt laconiek, met scènes die zich afspelen in lange, statische shots, waarin meer wordt verzwegen dan gezegd.

Die aanpak vergt wat geduld en oplettendheid van de kijker, want het drama – dat zeker aanwezig is – speelt zich af op microniveau. De versierpogingen van Jazmin, het gestuntel van Hector , de ontzetting van Paloma: het wordt allemaal zeer subtiel gebracht. Maar ook herkenbaar, menselijk, en vaak erg geestig. Met name de climax, waarin de drie hoofdpersonen zich aan een ‘truth or dare’-achtig spelletje wagen, is een briljant stukje krommetenenkomedie.

Visueel is de film al even fijnzinnig verzorgd. De aaneenschakeling van al die kleurrijke, strak geordende tableaus geeft de film iets van een reeks bewegende vakantiefoto’s. Foto’s die Hector de rest van zijn leven zal koesteren, terwijl zijn moeder ze vast liever zou verscheuren.