In 1779 schilderde Johann Zoffany een portret waarop Dido Elizabeth Belle, dochter van een Afrikaanse slavin en een Britse marineofficier, op dezelfde hoogte, en dus als gelijke, werd afgebeeld met haar blanke nicht Lady Elizabeth Murray. Schrijfster Misan Sagay raakte gefascineerd door het kunstwerk en pende wegens een gebrek aan informatie over de echte Dido een scenario dat een klein beetje feit en verder heel veel fictie is. Regisseur Amma Assante maakte daar vervolgens een klassiek kostuumdrama van.

Achter de schermen vochten Assante en Sagay een bittere strijd uit over de credits van het verhaal, die na een uitspraak van de Writers Guild of America uiteindelijk naar Sagay gingen. In de film kunnen de vrouwen het beter met elkaar vinden. Dido (Gugu Mbatha-Raw) groeit samen met haar nicht Elizabeth ( Sarah Gadon) op bij haar oom Lord Mansfield (Tom Wilkinson) en de twee worden de beste vriendinnen. Als ze beginnen te puberen blijkt er echter een grote kloof te bestaan tussen waar Dido officieel recht op heeft als de dochter van een edelman en de positie die ze vanwege haar huidskleur toebedeeld krijgt.
 
Assante spint een web rondom de verschillende soorten onderdrukking die in de achttiende eeuw nog welig tierden. Op het snijvlak van traditie en vooruitgang, waar kwesties rondom klasse, geslacht en ras met elkaar botsen, plaatst ze de krachtige Dido die samen met haar nicht verwikkeld raakt in ouderwetse Jane Austen-liefdesperikelen. Inclusief de rechtgeaarde zwijmelmannen en de achterbakse schurken. Tenslotte wordt dit alles nog doorvlochten met wat rechtbankdrama als Lord Mansfield een uitspraak moet doen in een zaak waarbij slaven wel of niet als handel beschouwd mogen worden.
 



Hoewel elementen in de film gebaseerd zijn op ware gebeurtenissen, waaronder de rechtszaak, lijkt Belle een zwaar geromantiseerd beeld te geven van Dido’s leven. Belle mist op het niveau van zowel verhaal als personages wat rafelige randjes waar de emotionele investering van de kijker niet direct weer van afglijdt. Als Assante dan ook nog een overdaad aan vioolmuziek over alles uitstort voelt het gepluk aan de emotionele snaren soms wel erg oppervlakkig.
 
Het is Gugu Mbatha-Raw die als de titelheldin indrukwekkend bezit neemt van de in goudtinten en soft focus gedrenkte beelden en met haar interne worsteling de opgeblazen verhaallijnen nog enigszins interessant houdt. Al is haar personage zo vlak – oftewel: bijzonder intelligent, sterk en doortastend – dat er nooit twijfel bestaat of de ware liefde zal overwinnen en het recht zal zegevieren.