Rapcrew De Masters kende ooit een veelbelovende start, maar de grote doorbraak bleef uit. Eeuwige dromer Aziz (Mimoun Oaïssa) heeft de hoop echter nog altijd niet op gegeven. En dus roept hij, na een jarenlange sabbatical, de oude vriendengroep weer bijeen.

Echt soepeltjes verloopt de reünie niet. Van de drie overige leden ziet alleen Marco (Ruben van der Meer) een hereniging wel zitten: het gros van zijn dagen brengt hij toch stoned door in het huis van zijn alcoholistische moeder, tussen de Hazes-cd's en neppe Fabergé-eieren. En het geld kan hij goed gebruiken vanwege een torenhoge gokschuld.

Paranoïde pizzabezorger Lloyd ( Olivier Locadia, oftewel Willie Wartaal van De Jeugd van Tegenwoordig) is sceptischer. En brave beatsmaker Donny (Guido Pollemans) zit zo onder de plak bij zijn bekakte vrouw (die ook nog eens zijn chef op kantoor is) dat hij niet eens aan een terugkeer in de hiphop durft te denken. Bovendien brengt hij zijn vrije tijd al met muziek door: als organist van een kerkkoor.

Maar uiteindelijk komt de wederopstanding van De Masters er toch, waarna het clichérijke scenario van regisseur Ruud Schuurman (Verliefd op Ibiza) het viertal op hun tocht naar roem en succes stuurt. Zo belanden ze onder meer in Lutten - 'stad met rijke hiphoptraditie', aldus Aziz - waar ze een tienerfeest volledig uit de hand laten lopen. En er wordt een videoclip opgenomen.



Bij vlagen is dat best leuk. Alles wat mis kan gaan, gaat mis. En met name Locadia, in zijn eerste grote filmrol, is op dreef met een aantal vermakelijke tirades. Over de verborgen symboliek van wegmarkering bijvoorbeeld: 'De zwarten dragen alle lasten, de witten bepalen de regels.'

Maar uiteindelijk verzandt De Masters toch al snel in een nogal flauwe satire, duidelijk bedoeld voor een jong publiek. De versie van hiphop die Schuurman serveert is dan ook van het niveau bonte avond op een kamp voor brugklassers, inclusief pooiers in bontjassen en plastic vuurwapens. Met veel plaatsvervangende schaamte en een reeks heel diepe zuchten tot gevolg.